Griekenland, september 2021

Door Houkje

1 september 2021 - 30 september 2021

Wat is zeilen toch heerlijk! De wind komt met 18 knopen van achteren. De genua is uitgerold en de schoothoek is vastgezet met een extra lijn op de middenkikker. Zodat de genua niet gemakkelijk invalt als de wind niet precies van achteren komt.

We zijn onderweg van het eiland Paxos, via de oostkust van het zuidelijk ervan gelegen Antipaxos, naar Preveza. Daar ankeren we achter de Paikea, in de baai van Preveza stad. ’s Avonds gaan we wat drinken bij Peter (Nederland) en Dominique (Canada) op de Paikea. Heel gezellig! Zij vertrekken de volgende dag naar Corfu. Ze zijn allebei naar de kapper geweest in Preveza en ik vraag en krijg het adres.

Stemmen vlakbij de boot, wat is dat? We liggen nog in bed. Henk is nieuwsgierig en steekt z’n hoofd uit het raam. Er is een boot vlakbij, de BaraVara, met onze Zweedse vrienden Lars & Ingela aan boord. Hun boot is net weer te water gelaten bij Cleopatra Marina tegenover Preveza. Ze varen langs om te gaan ankeren en opeens herkennen ze de Wahoo.
Het is vrijdag en we nodigen hen uit voor happy hour met drinken en salade en snacks uit de airfryer.
Bij het snorkelen ziet Henk dat er gras in de inlaat van de waterkoeling van de koelkast en de vriezer zit. Het meeste kan hij er met de hand uit trekken. Daarna binnen een slang los gemaakt en met de luchtpomp druk er op gezet naar buiten. Het borrelt flink, dat kun je horen. Dus de inlaat is weer goed open.
Henk constateert ook dat het anker niet ingegraven is maar gewoon op de grond ligt met de steel de verkeerde kant op. Hij duikt naar beneden en legt hem goed achter de ketting. Later gaan we hem met de motor aan en in de achteruit opnieuw ingraven en dat lukt.
Een aantal keren zien we een schildpad voorbij zwemmen, prachtig!

Henk brengt zaterdagochtend Ingela en mij naar de wal. Hij zet ons af in de vissershaven. Eerst lopen we naar de kapper, waar ik om 10 uur een afspraak heb. Het communiceert wat lastig met een kapster die geen Engels spreekt. Haar collega treedt op als tolk. Ik ben tevreden over het knipresultaat.
Daarna gaan we gezellig shoppen. Ik koop een boodschappentrolley met een grote tas er op en neem hem meteen in gebruik. De aangeschafte jurk en bikini kunnen er ook in.
Het is een heel eind lopen naar de bouwmarkt, waar Ingela grijs schaduwmateriaal koopt voor de BaraVara.
Moe maar voldaan komen we terug en drinken koffie op de Baravara. ’s Avonds gaan we er eten.

De volgende avond halen we Lars en Ingela op met de dinghy. Om te gaan eten schuin aan de overkant van de vaargeul, bij Panos Taverna. Dat is ongeveer 1,5 mijl varen. Met ‘full speed’ zijn we er snel. Kurt, een Zweedse vriend van Lars en Ingela, eet ook met ons mee. Hij is een geanimeerd verteller. Hij is 78 jaar en al jaren gepensioneerd, maar hij doet nog van alles. Onder andere boot afleveringen, van Griekenland naar Zweden.
Als we in het donker terug varen is de wind opgestoken en we hebben de golven tegen. We kunnen nu niet zo hard varen. Dan worden we kletsnat. Gelukkig komen we droog over.

Na een paar dagen comfortabel bij Preveza te hebben geankerd willen we een stukje zuidelijker. Met alleen de genua uitgerold zeilen we naar de ingang van het Lefkas kanaal. We hebben het goed getimed. De brug draait om 4 uur en dan zijn we er net voor. Na de brug kunnen we weer zeilen. Als we het kanaal uit komen is het aan de wind. Opeens is de wind tegen. We stellen ons plan om naar Varko te gaan bij en zoeken een ankerplaats beschut tegen noordoostenwind, want die is voorspeld. Die vinden we bij Katouna.
Ons anker ligt in zand en we hebben er aan 2 kanten aan getrokken. Hij houdt!
Ik heb opeens last van mijn rug gekregen en loop krom als een oud vrouwtje. Ik probeer wat in beweging te blijven door rondjes boot te lopen.

Er is een steigertje bij George’s Beach Cabana, vlakbij de ankerplek. Daar maken we de dinghy aan vast. Eerst lopen we het pad langs het water naar het zuiden. Dan langs een droog riviertje tot het pad doodloopt bij hoge rotsen. Henk gaat een stuk omhoog klauteren maar kan verder geen pad ontdekken. Dus hij komt weer naar beneden. Ik ben voorzichtig met mijn rug. Die voelt nog niet goed. Het lopen gaat wel goed. Langs de andere kant van het riviertje lopen we via een geitenpaadje, te herkennen aan de keuteltjes op het vlakke deel, terug naar de kust. We komen nog een paar wandelaars tegen, 3 varkens. We kopen een blikje drinken bij George’s Beach Cabana. Er zijn wespen en eentje presteert het in mijn blikje Fanta te kruipen. Ik drink het blikje leeg met een rietje. Maar ik zit niet rustig met 2 wespen vlakbij. We gaan zo snel mogelijk terug naar Wahoo.

Het uitzicht begint ons de 2e dag wat te vervelen. Als er 5 knopen wind staat vertrekken we naar? Waar de wind ons brengt. Voorlopig is dat in zuidoostelijke richting. Op de plotter zien we aan het AIS signaal dat de BaraVara voor ons zeilt. Na contact met Ingela gaan we naar dezelfde baai als waar zij naar toe gaan. Dat wordt Mitikas. Als we er gaan ankeren is dat tussen zeilboot BaraVara en motorboot Lady.
Lars & Ingela en Niklas & Kristina komen aan boord om wat te drinken en bij te kletsen.

Buster, de bijboot van Lady, is taxi. Niklas en Kristina komen ons en Lars & Ingela de volgende ochtend ophalen en we varen naar de haven van Mitikas. Het is een leuk, vriendelijk dorpje met terrasjes aan het water. En terrasjes in de hoofdstraat. Er staan meest goed onderhouden huizen. Ook een paar verlaten huizen, waar de struiken in groeien.
Een rondje lopen is mogelijk als we een stuk langs de weg buiten het dorp gaan. Er rijden maar weinig auto’s, dus het wandelt er goed. Terug in het dorp is het even zoeken naar de supermarkt. We vinden een mooie ruime ‘Proton’, die pas geopend is. Alle tassen met boodschappen passen in Buster en wij zessen kunnen er ook nog bij.
Taverna Varka is een familie restaurant in Episkopi. Dat ligt schuin aan de overkant van de baai, op 1,5 mijl varen van onze ankerplek. Met z’n zessen gaan we er eten. Er zijn dreigende luchten in het oosten boven de bergen en het waait de hele avond maar het blijft droog. Een vest of jasje aan is wel nodig. Het eten is heerlijk, de bediening is goed en het is gezellig. In het donker onder een mooie sterrenhemel varen we terug.

Een dag langer op deze mooie ankerplaats bij Mitikas vinden we niet erg. Henk en ik gaan samen naar de supermarkt om wat extra voorraden in te slaan. Omdat het hier zo gemakkelijk kan.
De handdoeken die we steeds gebruiken na het zwemmen zijn aan een wekelijkse wasbeurt toe. Verder is er weinig was. Omdat het steeds mooi weer is gebruiken we weinig kleren. Ik heb meestal een bikini aan en Henk het liefst niks.
Noodles met kip is het gerecht wat Ingela klaar gemaakt heeft voor 6 personen. Niklas en Kristina halen ons op. We hebben alweer een gezellige avond op de BaraVara.

Henk denkt de hele dag dat het vrijdag is, want vanavond is het happy hour op Wahoo. Deze keer op zaterdag, op verzoek van Ingela. Omdat de kip in de koelkast gisteren echt niet langer op ons kon wachten.
Niklas en Kristina hebben met Lady een baai bij Meganisi verkend en te vol bevonden. Ze zijn verder gevaren en gaan ankeren noord van de ingang naar de baai bij Nidri. Voor BaraVara en Wahoo is er nog plaats genoeg en zij ankeren wat dichter bij het strand.

Waarom slaat de waterpomp aan en stopt hij niet? Er staat nergens een kraan open. De slang van de buitendouche is nog heel. Henk doet eerst de pomp uit en gaat daarna op onderzoek uit. Er staat water in de machinekamer aan bakboord. De spoelslang van de watermaker, die om te spoelen water uit de tank pompt, is los gegaan. Dat is de boosdoener.
Henk monteert hem weer met 2 slangenklemmen. Daarna mag ik de machinekamer droog maken.

Zondagochtend vroeg zien we een motorboot wel erg dicht achter de BaraVara liggen. Hij raakt hun bijboot. Later horen we dat hij eerst niet ankerop wilde gaan maar uiteindelijk deed hij het toch.
We drinken met z’n zessen koffie, met door Kristina gebakken Zweedse kaneelbroodjes (kanelbullar) erbij. Daarna vertrekken we.
We zeilen voor de wind naar het zuiden, met genua en later ook de fok erbij.
We proberen te ankeren in het baaitje oost van het eilandje Thilia. Het is er diep. Het anker zakt in 16 m waterdiepte. Ik geef 40 m ketting. Daarna zwem ik met een lijn naar de wal en maak hem vast aan een boompje. Henk trekt de lijn aan. Het anker houdt niet dus komt Wahoo steeds dichter bij de ondiepe kant. Ik maak de lijn weer los en we gaan ankerop. We doen een volgende ankerpoging aan de zuidoostkant van hetzelfde eilandje, waar het 11 m diep is. Eerst kijken we of het anker houdt. Nee, helaas. Het anker maar weer omhoog. Wat dichter bij het eilandje is een zandspot. Daar laat ik het anker in zakken. Hij houdt en we liggen ver genoeg van de kant om te kunnen draaien achter het anker. Er hoeft geen lijn naar de wal. We gaan snorkelen om te zien of het anker goed ligt. Ja, hij is mooi ingegraven in het zand.
Waar leidt het pad vanaf het kleine steigertje naar toe? Nieuwsgierig als we zijn gaan we op verkenning. Het is een smal paadje. We krijgen schrammen op de benen omdat we tussen struiken met stekels door moeten. Eerst komen we een waterput tegen, gevuld met water. Hoe zou dat er in gekomen zijn? We hebben geen idee. Dan heel verrassend staat er verder naar boven een kerkje. De deur is op slot maar in het raam zit geen glas. Daarom kan ik binnen kijken. Daar staan wat stoelen tegen de muur. Er zijn 2 kandelaars voor kaarsen. En er hangen wat schilderijen en olielampen.
Vlakbij het kerkje staat een hele oude boom, prachtig!
Verderop zie ik opeens een uil, boven in een kale boom. Henk maakt foto’s van steeds kleinere afstand. Het blijkt later een oehoe te zijn.
Het is even zoeken om het paadje terug te vinden naar de steiger.
Daarna maken we in de schemering nog een verkenningstocht met de bijboot naar de overkant.

Wat zit er al weer veel aangroei op de romp! Witte wormpjes, wat pokken en een heuse groene baard. Na 1 rondje zwemmen in het vlakke water beginnen we met borstelen. Het gaat er niet gemakkelijk af. We stoppen als we halverwege de stuurboordromp zijn. Morgen verder.
Heel rustig zeilen we in de middag voor de wind naar de noordkant van Meganisi. Een hele poos dobberen we omdat er geen wind is. Dat hoort er bij in dit gebied. Daarna komt de wind van de andere kant, uit het noorden, en kunnen we verder zeilen naar het oosten.
We ankeren in de baai Politrikia aan de oostkant van de baai. Als het anker houdt zwem ik met een lange lijn naar de wal. Om hem vast te maken aan een boom. Henk trekt de lijn aan en zet hem vast.
Daarna zwem ik met een 2e lijn naar de wal. Deze maak ik vast aan een andere boom.
We liggen goed vast. Wel met wind en golven van opzij. Een tijdje hobbelt dat wat. ’s Nachts is het rustig.

Het schoonmaakwerk waar we gisteren mee gestopt zijn maken we na 1 rondje zwemmen af. Eerst met de borstel. Daarna met een schuurblokje of schuursponsje. Om de rest van de witte wormpjes te verwijderen. Die zijn erg hardnekkig. Als we klaar zijn bekijken en proberen we de bakboordromp. Daar zit bijna geen aangroei aan. Die doen we de volgende keer.
Met de bijboot gaan we naar de wal achter Wahoo. Het is erg steil naar de weg en er zijn stekelbosjes. De stenen in de wal liggen niet al te vast. Dus af en toe glij ik een stukje naar beneden. Vastgrijpend en optrekkend aan boompjes komen we boven. Nu niet denken aan hoe we straks weer beneden komen. Eerst maar wandelen. Er loopt een pad langs de kust naar de volgende baai. Daar zien we Lady en BaraVara liggen tussen veel geankerde boten. Vanavond zijn we uitgenodigd op de Lady, waar we met de bijboot naar toe gaan. Maar eerst moeten we zien dat we weer in de bijboot komen. Henk gaat als eerste de steile wal naar beneden. Hij glijdt soms een stukje, maar het gaat goed. Dan probeer ik het ook. Henk zegt waar ik mijn voet kan neerzetten. Met een paar schrammen erbij op armen en benen stappen we in de bijboot.
De tocht met de bijboot naar Lady doen we als het nog licht is. Via de kortste weg over het water. Goed kijkend of het ondiep wordt. Niklas en Kristina hebben een buffet gemaakt met taco’s, die we zelf kunnen vullen met vlees, saus en diverse groenten. Lars en Ingela zijn er ook. We smullen er allemaal van. En het is super gezellig.
Weer in de bijboot stappen is lastig omdat er golven zijn, maar het lukt. Tegen de golven in varen we de baai uit. De maan licht ons bij. Zonder problemen komen we terug op Wahoo.

Er wacht ons deze rustige donderdagochtend met vlak water een taak: de bakboord romp schoonmaken.
Het gaat veel sneller dan de andere romp omdat er veel minder aangroei op zit. Daarom doen we daarna de roeren en de schroeven ook maar.
Er komt een vissersbootje langs varen. De man roept: Tuna? Tuna? Hij houdt 2 kleine tonijnen omhoog. We doen het. Zijn moeder, oud en met erg veel rimpels, zit aan het roer en vaart heel voorzichtig achteruit. Zodat hij de tonijnen kan aangeven. Ze kosten samen € 20.
Henk gaat ze slachten en fileren. Dat valt tegen. De huid wil er slecht af. Dit is 1 keer en niet weer!

We gaan verkassen naar de volgende baai, Atherinós, waar we gisteravond met de dinghy waren.
Het is maar 2 mijl varen. Dat doen we motorend zodat we tegelijk stroom draaien.
Henk heeft voor de 2e keer z’n kleine teen gestoten en heeft daar zo’n last van dat hij niet mee gaat wandelen. Ingela kan ook niet wandelen omdat ze een telefonische afspraak heeft. Daarom vraag ik Lars of hij mee gaat. Hij haalt me op in hun dinghy. We lopen naar de vuurtoren vanwaar we een prachtig uitzicht hebben. Een klein stukje hetzelfde pad terug en daarna kunnen we een rondje lopen.
’s Avonds gaan we met Niklas en Kristina eten bij het familierestaurant vlakbij onze ankerplek.

Wat drijft daar in het water? Nee, het ding drijft niet, het zwemt. Met kleine visjes er onder. Ik maak snel een foto. Die laat ik aan Henk zien terwijl hij een eitje staat te bakken. Na wat speurwerk op internet blijkt het ‘ding’ een spiegeleikwal te zijn. Je zou het ook een taartkwal kunnen noemen.
We zijn zeilend met alleen de genua in een heel rustig gangetje onderweg naar Mitikas. Om daar te ankeren en in het dorp boodschappen te doen.

Zeilen naar waar de wind ons brengt is het leukst. Dat kan ook kruisend zijn. Zo komen we zaterdag 18 september in Agios Panteleimon. Na 3 visfarms te zijn gepasseerd ankeren we in een prachtige baai, beschut naar alle kanten. Helemaal voor ons alleen. Er liggen alleen 2 wrakken aan de kant, een motorboot en een zeilboot.
Vanaf de boot zien we straatlantaarns. Daar moet een weg zijn. Die gaan we opzoeken. Er loopt een geitenpaadje langs het water en daarna omhoog. Als we het geitenpaadje volgen lopen we heel wat schrammen op van de dichte begroeiing. Maar we vinden de weg niet. Dus lopen we terug.
Toen we tussen de 1e en 2e visfarm door voeren ging er op de wal een alarm en zagen we een rood knipperlicht. Dat alarmgeluid hebben we tot laat in de avond gehoord, om de paar minuten.

Tingel, tingel, hoor ik vanuit m’n bed. Ik ga kijken wat het is. Er loopt een kudde geiten achter elkaar over het (geiten)pad langs het water. Sommigen hebben een belletje om. Het is een mooi gezicht.
Later hoor en zie ik een ijsvogeltje. Hij heeft een kenmerkend geluid en vliegt heel snel vlak over het water.
Helaas blijft het geen privé baai. Rond 12 uur komt er een zeilboot ankeren.

Tijdens het suppen de baai rond zie ik 2 keer een ijsvogeltje vliegen. Verder spot ik een zwemmende krab en 2 spiegeleikwallen.
De zeilboot vaart weg en Wahoo is weer alleen.
Voordat we gaan zwemmen kijken we eerst of er spiegeleikwallen in de buurt zijn. Ik heb gelezen dat ze niet gevaarlijk zijn. Toch kom ik er liever niet mee in aanraking.

Tijdens het wachten op wind ga ik binnen soppen en dweilen. Om daarna af te koelen in het water.
Om half 2 vertrekken we, dan waait het 7 knopen. Ons doel is Ormos Oxia, een baai ten noorden van het eiland Oxia. De wind is zuidelijk, precies uit de richting die we op moeten, dus gaan we kruisen. Onderweg krijgen we een appje van Wouter en Paula met een foto van een ankerplaats waar zij over 2 uur kunnen zijn. Laat dat nu dezelfde plek zijn waar we naar toe willen.
Wij komen het eerst aan. Na ruim 4,5 maand ontmoeten we elkaar weer. We hebben een hele gezellige avond op Wahoo met genoeg gespreksstof.

Jammer dat hij steeds flap, flap doet. Het is nog net te scherp aan de wind voor de code zero. Die hebben we gehesen toen we net vertrokken waren van de ankerplaats. We motoren eerst naar het zuiden omdat het bijna niet waait. Als we meer naar het oosten kunnen sturen rollen we de code zero uit. Net iets te vroeg, maar we maken wel vaart. Even later kunnen we meer afvallen en komt de wind ruimer in. Met een snelheid van 4 – 5 knopen zeilen we naar Messolonghi, steeds meer voor de wind.
Bij de 1e rode ton van de invaart rollen we de code zero in en de fok uit aan de andere kant.
Als het smal wordt motoren we totdat we ankeren voor de haven. Een mooie ruime ankerplaats in een beschutte baai.
Samen met Wouter en Paula lopen we een stukje langs de baai en gaan we eten bij een van de restaurantjes.

Messolonghi is een mooi en levendig dorp. Er zijn veel winkels. En een park ‘Garden of heroes’. Er staan veel internationale vlaggen. En veel beelden van vroegere helden.
Wouter en Paula zijn hier vaker geweest en met hen lopen we een flinke ronde. Onze 1e pita gyros dit seizoen eten we als lunch op een terrasje. Heerlijk! Op de terugweg doen we boodschappen. Bij het restaurant in de jachthaven nemen we een biertje of een ijsje.

Het geluid van een ankerketting doet ons tijdens ons 2e zwemrondje opkijken. Waar komt het vandaan? De Safari gaat ankerop. Wat gaan wij doen? Volgens de windvoorspelling is er vanmorgen tot een uur of 12 redelijk wind uit het oosten en dan zakt de wind in en draait naar het westen. Dus om lekker te kunnen zeilen kunnen we het beste nu weg gaan. Dat doen we. Na ons te hebben aangekleed. Ontbijten kan onderweg. Evenals de code zero hijsen. Die rollen we uit als we het vaarwater naar Messolonghi uit zijn. Hij kan blijven staan tot we bij het eiland Oxia noordelijk gaan sturen. Dan komt de wind opeens van een andere kant. We doen de code zero weg en hijsen het grootzeil. Met de fok erbij is het aan de wind en 1 slag maken naar de baai Orsos Dioni, waar de Safari gaat ankeren. De baai is ondiep, 2 – 3 meter. Diep genoeg voor onze catamarans. ’s Avonds eten we op de Safari.

De nachten en vroege ochtenden zijn koud de laatste dagen. 16-18 graden. Maar het water is 25 graden. Dus het ochtendzwemmen zetten we gewoon door. Daarna duurt het wel een tijdje voordat we weer warm zijn. ’s Nachts lukt het nog net warm te blijven met alleen een dekbedhoes over.
Als de zon eenmaal schijnt en er is weinig wind warmt het snel op buiten.
Het is een gevarieerde zeildag. Eerst met grootzeil en code zero. Dan ruim 2 uren motoren omdat de wind op is. Daarna aan de wind en kruisen naar de baai Ormos Rouda. We ankeren op 17 m waterdiepte, met 50 m ketting. Omdat we te dicht bij de BaraVara komen ankeren we opnieuw.
Er zwemmen een paar spiegeleikwallen in de baai. Dat wordt uitkijken met zwemmen!
Het is vrijdag en happy hour op Wahoo met salade en snacks en frietjes uit de airfryer. Lars & Ingela en Wouter & Paula komen gezellig mee doen.

Dat is nou ook wat! We zullen gaan duiken en hebben net het ankertje van de bijboot laten zakken. De duikset en het lood doen we om. Vinnen aan, duikbril op. Om de beurt een rol achterover in het water. Hé, we zijn de duikcomputers vergeten, shit. Ik zag er toch al tegen aan om voor de eerste keer dit jaar te gaan duiken. En dan ook nog zonder computer! Ik heb de neiging meteen weer uit het water te gaan, maar Henk zegt: ‘we gaan niet diep en gewoon bij de kant langs, dat is geen probleem’.
Ik zucht een paar keer diep tot ik weer normaal kan ademhalen. Dan gaan we samen rustig naar beneden. Dat moet ik heel langzaam doen om de oren goed te kunnen klaren. Door in mijn neus te knijpen en de oren tegendruk te geven. Het lukt en we gaan kijken wat er te zien is onder water. Heel veel vis, klein en groter. In allerlei soorten. Dat maakt het tot een mooie duik.
Terug aan boord spoel ik alles af met de buitendouche. Henk gaat de duikflessen vullen.
’s Middags doen we nog een wandeling met Wouter & Paula.
Daarna zijn we voor het avondeten uitgenodigd op de BaraVara bij Lars & Ingela.

Het zeilen zondagmiddag is heel gevarieerd. Voor de wind dobberend met heel weinig snelheid. Op het laatst kruisen, waarbij we af en toe 8 knopen halen.
We ankeren in de baai bij Filakió, voor de ingang van het Lefkaskanaal.

Maandagmorgen nemen we afscheid van de BaraVara: ‘tot volgend jaar in Griekenland’. En van de Safari: ‘tot ziens in Marina di Ragusa of ergens onderweg er naar toe’.
We willen de brugopening van 12 uur bij Lefkas  halen. Dat lukt gemakkelijk. Voorbij de brug zien we dat de resten van een uitgebrande catamaran worden opgeruimd. We hebben de zwarte rook ervan een aantal dagen terug op afstand gezien. Toen niet wetend wat er in brand stond.
Als we op ruim water zijn hijsen we het grootzeil en rollen de genua uit. Er staat wat wind uit het noordwesten tot westen. We sturen met de automaat op ‘wind’. En zo komen we uit in de baai oostelijk van Parga. Eerst willen we nog verder. Maar omdat het opeens erg hard gaat waaien laten we het grootzeil zakken. We hebben de genua al verwisseld voor de fok. Met een snelheid van 6 knopen en de golven dwars zeilen we op de baai Lichnos af.
We ankeren 2 keer. De eerste keer zit er een flinke kluit zeegras op het anker.

Oeps, wat een lawaai! We zijn allebei wakker geschrokken. Midden in de nacht. Het waait opeens heel hard. We gaan uit bed om buiten te kijken. Niets bijzonders te zien. De harde wind duurt maar even. We gaan weer rustig slapen.
Als we opstaan is het bewolkt met af en toe zon. Er is geen wind.
We doen wat administratieve dingen. Internet werkt hier goed. De filters van zoutwaterkraan, koelkast en vriezer zijn weer aan een schoonmaakbeurt toe.
We wachten op wind en die begint een beetje te komen om 12 uur. Nadat Henk het voorlijk van de genua wat strakker heeft gezet vertrekken we. We moeten kruisen. Met grootzeil en genua.
Ons doel is Corfu stad. Maar we zien wel waar we uit komen.
We kijken naar gunstige weer opties om over te steken naar Italië.
En dan zeilen we al een tijdje recht op Paxos af. We besluiten daar heen te gaan. We kiezen voor de baai Mongonisi omdat die erg beschut is. We ankeren eerst en varen daarna achteruit naar de wal. Daar maak ik 2 lijnen vast. Eentje om een dik rotsblok. De andere aan een metalen ring. Henk trekt de lijnen aan en zet ze vast op Wahoo.
Het is een hele mooie baai. Er liggen schepen met de achterkant naar de rotswal. En er tegenover  liggen schepen met de achterkant naar de kade, vlakbij het restaurant.
Dan zijn er ook nog een stuk of 8 geankerde schepen in het midden.

Het kriebelt een beetje in m’n buik. Want het waait ‘s ochtends lekker uit het zuidoosten. We zouden kunnen zeilen. Maar we hebben besloten hier een dag te blijven en vanmiddag te gaan wandelen.                                                           
Een ander besluit is, dat we vandaag, 29 september, de Griekse vaarbelasting voor oktober gaan betalen. Want we willen heel graag nog in Griekenland blijven. Als we niet betalen moeten we uiterlijk 3 oktober het land hebben verlaten. Nu betalen geeft rust.
De wandeling is prachtig en avontuurlijk. Want het pad is niet steeds duidelijk. Af en toe lopen we tussen stekelbosjes door. Wat schrammen op de benen oplevert. We komen uit bij het restaurant aan de haven. Een biertje en een ijsje gaan er goed in. Daarna ga ik nog even de baai rond suppen.

Flapperdeflap. Ik ben ergens wakker van geworden. Het is stevig gaan waaien. De huik over het grootzeil is te ruim en die flappert nu. Ik ga uit bed om even rond te kijken. Maar ik heb geen zin om iets aan het geflapper te doen. Dus ik ga weer slapen.
Tijdens het zwemmen komen we op het idee de achterlijnen vast los te maken van de wal en nog een tijdje achter het anker te blijven liggen. Dan kunnen we uit de wind ontbijten. Nu komt de wind van opzij.
Als ik de 2e lijn los gemaakt heb houd ik hem vast en trekt Henk me met de lijn naar de boot toe.
Helaas komen we wat te dicht bij een geankerde boot uit. Dan meteen maar het anker ophalen en vertrekken.
Met alleen de fok zeilen we naar Lakka, 6 mijl naar het noordwesten. Onderweg zien we dolfijnen!
De baai bij Lakka staat bekend om de grote hoeveelheid geankerde boten. Een maand geleden zijn we er niet in gevaren omdat we het te vol vonden. Nu zien we minstens 15 boten uit de baai komen. Er blijkt ruimte genoeg te zijn als we er aankomen.
’s Avonds liggen er ongeveer 25 boten, waarvan 6 met lijnen naar de wal.
We maken een wandeling over een ‘coastal path’, een smal paadje langs de kust, met mooie uitzichten. We komen langs een heel klein kerkje, met stenen banken buiten. Binnen is het te klein.
We komen alweer uit bij een restaurant aan het water, het wordt saai.
We gaan snorkelen langs de rotsen en soms er tussendoor. Er is veel vis te zien, van heel klein tot groot. Wat platvissen bij de ankerketting. Later, bij het de baai rond suppen, zie ik een ijsvogeltje vliegen. Zo mooi, met die felblauwe kleur!

En dan is  er al weer een maand om. Time flies when you have fun!