Van 'La Coruna' naar Lissabon
Door Houkje
30 augustus 2019 - 20 september 2019
Vrijdag 30 augustus hoeven we niet zo vroeg weg want eerst is er geen wind. We hebben tijd om op stepjes het pakje naar het postkantoor te brengen. Dat is vlakbij de andere jachthaven. Het is lastig communiceren met een alleen Spaans sprekende bediende. Maar met behulp van pen en papier komen we er uit. Het kost € 10,40 inclusief een track & trace code. Dat is véél goedkoper dan via DHL versturen.
Terug in de haven eerst de toegangspas terugbrengen en € 10 borg ontvangen. Daarna ‘afscheid’ nemen van de overburen van de Bleu Magenta. Zij blijven nog een paar dagen. Misschien ontmoeten we ze later weer.
Om 12 uur vertrekken we. De wind is anders dan voorspeld. Eerst is het aan de wind, daarna tegenwind tot voorbij Islas Sisargas, een rotseiland. We motorren dat stuk, tussen Cabo de San Andrian op de vaste wal en het eiland door. De meeste boten gaan noord van het eiland langs. Daarna kunnen we een heel stuk zuidwestwaarts zeilen. Om half 8 ankeren we in Ensenada de Corme, aan de noordkant van Ria de Corme. Tussen 2 Nederlandse zeilboten, Frank en Karma. Onderweg hebben we een aantal keren dolfijnen gezien.
Ria de Muros
De laatste dag van augustus willen we tot voorbij Cabo Finistère komen. De eerste dagen van september gaat het hard waaien uit het noordoosten. Dan willen we een beschutte ankerplaats gevonden hebben. Tot bij de kaap is het motorren. Daarna kunnen we zeilen tot in Ria de Muros. In de pilot (Atlantic Spain & Portugal) staat, dat als je de Ria in vaart het meteen rustig wordt en de temperatuur omhoog gaat. Dat klopt helemaal! Om half 8 ankeren we in Ensenada de Bornalle, noordoost van Muros. Onderweg alweer dolfijnen gezien, 1 keer zwommen ze een stuk mee voor de boegen, prachtig!
De volgende dag gaat het inderdaad hard waaien, meer dan 30 knopen. We liggen prima. We warmen de boiler op met de kachel om te kunnen douchen. Ik heb met bijna koud water gedoucht, want de boiler moest ontlucht worden. Een leer voor de volgende keer. De drinkwaterpomp heeft kuren, hij wordt heet en doet het niet. Als hij afgekoeld is werkt hij weer.
Maandag is er minder wind. Henk haalt de 12V waterpomp, die niet genoeg druk meer geeft, er uit. En vervangt hem door een nieuwe 24V pomp, die er naast ligt. Die doet het meteen beter, omdat hij veel minder lawaai heeft bij gebruik.
Na startproblemen van de buitenboordmotor, die het uiteindelijk wel doet, kunnen we om half 6 naar de wal. Het is 2 uur voor hoog water en er staat voldoende water om aan te leggen aan een kade, waar ook vissersbootjes liggen. We maken een prachtige wandeling, eerst omhoog, een eind door het bos en dan weer naar beneden. De weg oversteken, een pad volgen dat uiteindelijk meer woestenij is met stekels, en blubber. We krijgen allebei 1 natte voet. We komen wel weer bij de asfaltweg uit. En de bijboot ligt nog z’n plek. Morgen willen we op tijd weg. Want ’s morgens eerst waait het nog en later neemt de wind af.
Grootzeilprobleem op weg naar Rio de Pontevedra
Om 8 uur zijn we dinsdagmorgen ankerop. Er zat veel zeesla om de ankerketting en boven op het anker. We rollen de genua uit. Even later blijkt, dat het grootzeil er bij kan. Huik er af gehaald. Bij het hijsen van het grootzeil blijkt, dat de 2 delen van de topplank niet in elkaar grijpen. Na 3 pogingen geven we het op. Er zit een pin los, die waarschijnlijk de oorzaak is. Verder zeilen met alleen de genua tot de wind op is. Dan 1,5 uur motorren. Verder kunnen we zeilen tot onze ankerplek, net voorbij Sanxenxo in Rio de Pontevedra. We zijn Ria de Arousa voorbij gezeild, hoewel het daar heel mooi moet zijn met vele ankerplekken. Maar we kunnen niet alle mooie plekken aandoen. We hebben een drive om verder zuidwaarts te zeilen, waar het warmer is. Vanuit de kuip op de ankerplek zien we een paar keer een groepje dolfijnen op afstand voorbij zwemmen. Ook onderweg hebben we dolfijnen gezien.
Woensdagmorgen 4 september, het is nog donker. We schrikken allebei wakker van een rare bons. Raken we de grond? Meteen uit bed en kijken wat er aan de hand is. Er ligt een vissersboot vlak achter ons. Waarschijnlijk heeft hij zich afgezet tegen de romp of achterkant van Wahoo. Het is deze ochtend mooi zonnig, rustig weer. Henk gaat de mast een eindje in om het topplankje te bekijken en te fotograferen wat er precies aan de hand is. Later gaat hij nog een keer om de ‘pin’ vast te lijmen met Loctite. En ’s middags nog een keer om te controleren of hij goed vast zit. En of de 2 delen nu weer goed in elkaar grijpen bij het hijsen en uit elkaar vallen bij het laten zakken van het grootzeil. De test is geslaagd.
Eind van de middag varen we met de bijboot naar de jachthaven. De laatste 2 keer had de buitenboordmotor kuren. Nu start hij meteen. Henk had al gereedschap klaar liggen om de carburateur er uit te halen. Dat hoeft nu niet. De jachthaven spreekt ons niet aan: veel snelle, grote motorboten, lange steigers, de meeste toegangshekken zitten op slot. Eentje is los. We zoeken een supermarkt. Die het dichtst bij de haven is, is gesloten. Even verder is nog 1. Bij het afrekenen blijkt dat we cash moeten betalen. We hebben niet genoeg bij ons. Dus Houkje gaat snel naar een pinautomaat 50 meter verderop.
Terug aan boord zien we een paar keer een groep dolfijnen op afstand langs zwemmen en spelen. De waterpomp slaat aan zonder dat de kraan open gezet is. Na onderzoek blijkt dat de doucheslang van de buitendouche lek is. Hij was al een keer geplakt met tape. Als oplossing de waterpomp ‘uit’ gezet. Doucheslang vervangen komt later.
Naar Povoa de Varzim in Portugal
Donderdagmorgen 5 september loopt de wekker af om half 8. Houkje is ruim ervoor wakker. Het waait hard. Allebei hebben we (nog) geen zin om te vertrekken. We zetten de wekker om half 9. Om 9 uur gaan we het anker ophalen. Dat valt niet mee doordat het hard waait en er veel zeesla en wier om de ketting zit. Henk moet steeds weer met de motor bij sturen. Na een half uur is het anker omhoog en gaan we. Eerst alleen op de fok. Het waait meer dan 22 knopen (6 Bft) recht van achteren. Een paar dolfijnen zwemmen naast de boot als een soort afscheidsgroet van Rio de Pontevedra. Voor ons is dit de ‘Dolfijnen Rio’. Bij het eiland ‘Islas Cies’ neemt de wind af. Het grootzeil kan erbij. Bij Cabo Silleiro, de laatste kaap voor Portugal, waait het weer hard en staan er rare golven. De stuurautomaat kan het niet aan, Henk stuurt zelf. Pas als we de kaap ruim voorbij zijn en in de luwte van het land komen worden de golven aangenamer en neemt de stuurautomaat het weer over. De wind blijft van achteren komen, eerst uit het noordoosten, later wordt hij noordwest. Het laatste stuk naar Povoa de Varzim zwemt er een grote groep van meer dan 10 dolfijnen met ons mee. Achter de boot, opzij, ervoor. Het is elke keer weer een feestje om naar die mooie beesten te kijken en er van te genieten. We meren met de kop naar het noorden af in de jachthaven van Povoa de Varzim om 18 uur Portugese tijd, dat is 19 uur Spaanse tijd. Het toegangshek naar de steiger gaat open met behulp van je vingerafdruk, gescand in het havenkantoor. Dit is een ‘goedkope’ haven, € 30 per nacht. We blijven 3 nachten, omdat we van hier uit naar Porto willen. Henk vervangt de slang van de buitendouche, zodat de waterpomp weer permanent aan kan.
Met de metro naar Porto
We zijn blij met onze stepjes, daarmee verkennen we Povoa de Varzim en doen boodschappen. De kaartjes voor de metro naar Porto kopen we in het kantoor bij het metrostation. Ze zijn € 7 per persoon en 24 uur geldig in metro, bus en tram. We gebruiken ze de volgende dag. In Porto stappen we uit bij station Campo24 Agosto. Vandaar lopen we eerst naar Ponte de Infante. Vanaf die brug over de Douro hebben we een mooi uitzicht op de beroemde brug Ponte Luiz I. Ontworpen door de compagnon van Gustave Eiffel. We lopen er via de zuidoever naar toe. We lunchen op een terras met uitzicht op de rivier de Douro en op de Ponte Luiz I. Omdat we in Porto zijn willen we wat meer horen over het maken van port. We krijgen een interessante rondleiding in het Engels bij een klein familiebedrijf ‘Quinta dos Corvos’. Ze hebben een wijngaard van 25 hectare in de Douro vallei. Na afloop mogen we 2 soorten port proeven, een witte en een rode. De rode vinden we allebei het lekkerst. We kopen daar een fles van voor speciale gelegenheden.
Op de terugweg in de metro zitten we tegenover een Portugees, die Houkje gisteren trof bij de kaartverkoop. Hij spreekt een beetje Engels en als hij hoort dat we uit Nederland komen noemt hij een aantal namen van voetballers. Laten wij nu allebei niet geïnteresseerd zijn in voetbal.
’s Avonds komen John en Tatiana van de catamaran die naast Wahoo ligt, de Bora Bora, gezellig wat drinken. We hebben elkaar eerder in een baai gezien en wisselen ervaringen uit.
Naar Baie de San Jacinto en naar Aveiro
8 september vertrekken we uit Povoa de Varzim op weg naar Aveiro. Onderweg zien we meerdere keren dolfijnen. We ankeren na een tocht van ruim 10 uur in een mooie beschutte baai ‘Baie de San Jacinto’ in de Rio de Aveiro. Sao Jacinto ligt op een schiereiland. We wandelen naar de oceaankant van het eiland. Er is een mooi houten vlonderpad tot halverwege het strand, dat vrijwel verlaten is. Terug aan boord gaat Henk met de bijboot naar de zandplaat achter de boot, die bij laag water droog ligt. Hij zoekt een maaltje kokkels bij elkaar. Die laten we eerst een dag in het water achter de boot hangen om te spoelen.
Met de veerboot gaan we de volgende dag van Sao Jacinto naar Aveiro. We nemen onze stepjes mee en hoeven geen kaartje voor de bus. Maar als we al steppend onderweg zijn blijkt, dat Aveiro nog een heel eind is. En we moeten een paar kilometer over een weg, waar geen fietspad of voetpad langs is. Heel vervelend. Zodra we kans zien om er af te kunnen doen we dat. We steppen een eind langs het water, langs zoutveldjes en langs een jachthaven. En komen in Aveiro uit, wat wel het Giethoorn of het Venetië van Portugal genoemd wordt. Er varen in mooie kleuren geschilderde toeristenbootjes rond. De terugreis naar de veerboot doen we toch maar met de bus. Wachtend bij de bushalte zien we een Spar, waar we nog snel wat boodschappen doen. Terug op Wahoo eten we kokkels met rijst.
Grootzeilproblemen
Donderdag 12 september vertrekken we ’s ochtends om 7 uur, als het net licht is. Tegelijk met de Bora Bora. Doel is Nazaré, ongeveer 68 mijl. We hijsen het grootzeil, maar fixeren de giek tegen het klappen, want de eerste uren is er geen wind en er zijn wel golven. De voorspelling is oostenwind, maar als het gaat waaien is de wind noordelijk. Vanaf 11 uur ongeveer kunnen we zeilen. We krijgen wel 3 keer een groep dolfijnen bij de boot. Omdat de zee redelijk vlak is zie je ze in de verte al aankomen. Als we in de buurt van Nazaré zijn zeilt het nog zo lekker, dat we besluiten door te gaan naar Peniche. Daar komen we rond 8 uur aan. Het grootzeil wil maar voor een deel naar beneden. De mantel van de grootzeilval is boven al weer doorgesleten, waarschijnlijk doordat hij ergens klem loopt en schavielt bij het heen en weer klappen. Als er niet genoeg druk in het zeil staat en de golven zorgen voor het heen en weer gaan. De oplossing is dat er iemand de mast in gaat om de val los te snijden. We gaan eerst ankeren in de baai oost van de haveningang van Peniche. Houkje gaat omhoog en snijdt de val door. Daardoor komt het grootzeil met snelheid naar beneden. De bovenste 3 mastkarren van het topplankje klappen op de 4e eronder. Daardoor loopt de 3e kar uit de rail en vliegen de kogeltjes er uit. Bovendien willen de 2 delen van het topplankje niet van elkaar, de pin is weer verschoven. Met een hamer kan Henk het los tikken. Morgen kunnen we het grootzeil niet gebruiken.
In de baai bij Cascais
Vrijdag 13 september zijn we om half 9 anker op. Het grootste deel naar Cascais kunnen we zeilen met alleen de genua. Als we de meest westelijke kaap van Portugal, Cabo de Roca voorbij zijn en bij de volgende kaap, Cabo Raso, naar het oosten sturen wordt het warm. Om kwart over 6 liggen we ten anker in de mooie baai bij Cascais. Samen met een heleboel andere zeilboten, waaronder een aantal Nederlandse.
Zaterdag is klusdag. Henk maakt het grootzeil los van de mastkarren en verwijdert de karren van de mastrail. Hij fixeert ze op losse stukjes rail en legt ze op de kuipbank in de goede volgorde. Ook haalt hij de grootzeilval uit de mast door er een hulplijn voor in de plaats te trekken. De mantel van de grootzeilval moet weer terug gestroopt worden. Houkje gaat schoonmaken en boodschappen doen. De Jumbo op Google Maps is er niet meer, afgebroken. De Lidl is nog 900 m verder lopen. Met een volle rugtas en een tas op wieltjes komt ze terug bij de baai. Een Portugees meisje loopt vanaf de Lidl mee om een kortere weg te wijzen. ’s Avonds is het nog lang warm, zodat we heerlijk buiten zitten.
De volgende dag is de grootzeilval weer klaar om boven in de mast vast geknoopt te worden. Houkje gaat de mast in, het is rustig weer en er is geen deining. Aan het uiteinde van de val zit een stuk elektra draad om de val gemakkelijker door het gat te steken. Het is toch nog een gewurm, maar het lukt! Een paalsteek er in en klaar. Aan het begin van de middag steekt er een lekker windje op. Zullen we nu weg naar Seixal? Ja, we gaan. Uiteindelijk ankeren we een eind voor de bocht naar Seixal. Helaas hebben we daar last van golven van de snelle veerboten die langs varen.
Naar haven Marina Expo in Lissabon
Maandag krijgen we een logé, Tess. Ze komt om kwart voor 5 aan op de luchthaven van Lissabon. Daarom gaan we naar de haven het dichtst bij het vliegveld. We zijn vroeg wakker vanwege gehobbel door veerbootgolven. Ruim voor de haven nemen we via de marifoon contact op. De havenmeester zal ons naar binnen begeleiden. We moeten door een sluis van 9 meter breed, die open staat. De wanden zijn onregelmatig met openingen. De stootwillen moeten hoog, tot op de voetrail. We krijgen 3 extra stootwillen van de havenmeester. Het binnenvaren is geen probleem, ondanks redelijke wind van achteren. We zijn de sluis bij Lauwersoog gewend, die net zo breed is.
Henk lijmt met metaallijm (epoxy) de pin in het topplankje van het grootzeil. Hopelijk blijft het nu zitten. Als de lijm uitgehard is wil de schijf eerst niet meer draaien, maar die weet hij los te maken. Van de 3 mastkarren voor het topplankje laat hij nu eentje achterwege. De karren kunnen weer op de mastrail. Een aantal kogeltjes hebben we later teruggevonden aan boord. We kunnen vanaf nu het grootzeil weer gebruiken, maar zullen met 1 rif varen om te voorkomen dat de val bovenin de mast weer stuk gaat. Komende winter moet er een stukje van de schoothoek van het grootzeil afgehaald worden.
Houkje gaat met de step op zoek naar de Lidl en doet boodschappen. Steppen is niet handig, de meeste trottoirs zijn van kleine steentjes. De step is wel geschikt om de boodschappentas aan te hangen.
Tess komt even na 5 uur met een Uber taxi. Het weerzien na 10 jaar is goed. Toen zijn we met haar en haar vader en hun catamaran naar La Coruna gezeild. Via internet zoekt ze een lokaal restaurantje, waar we heerlijk eten.
De volgende dag doen Houkje en Tess samen boodschappen, eerst bij de Lidl, daarna bij de Pingo Doce, waar we verse vis kopen. Na het inleveren van de chipkaart voor het hek (€ 20 borg) vertrekken we in noordelijke richting, de rivier de Taag op. We zeilen onder de Vasco da Gama brug door. Het is de op 1 na langste brug van Europa. De brug over de Grote Belt in Denemarken is langer. We ankeren 2 mijl noord van de brug. Eerst ligt het er onrustig door stroom tegen wind. Later neemt de wind af. We hebben een rustige nacht. Behalve dat om half 3 het alarm gaat: hoog water in de bilge aan stuurboord. De wc is overgestroomd doordat de hendel niet goed naar achteren stond en de schakelaar van de bilgepomp stond niet op automatisch. Het duurt een tijd voor we weer in slaap vallen.
Naar Seixal
Woensdag 18 september gaan we naar Seixal, waar we rond laag water aan komen. We maken vast aan een vrije mooring naast de Noyana, maar dat blijkt een privé mooring te zijn. De havenmeester Ricardo brengt ons naar een mooring verderop, die tot vrijdag vrij is. We betalen € 17,20 voor 2 nachten. Bij het havenkantoor ontmoet Houkje Piet en Mieke van de Noyana. Ze komen mee met het bootje van de havenmeester, die ook fungeert als watertaxi, naar Wahoo. Gezellig. We wisselen ervaringen uit. En vertellen dat we gaan overwinteren in Almerimar. Zij zoeken nog een haven om te overwinteren. Eind van de middag maken we nog een verkenningswandeling in Seixal. Op een terras met uitzicht op de boten genieten we van een ijsje of een drankje.
Met de ferry naar Lissabon
Tess en Houkje gaan donderdag met de snelle veerboot van half 1 naar Lissabon. Tess is er eerder geweest en leidt ons naar de oude wijk Alfama. Via leuke straatjes, die omhoog lopen. Even wat drinken en een sanitaire stop bij een cafeetje, Waar Houkje geniet van de plaatselijke specialiteit: Pastel de Nata, een custardtaartje. Heerlijk! We pauzeren later met een broodje bij een mooi uitzichtpunt met tegeltjeswanden. Het is vandaag ideaal weer voor een stadswandeling: zonnig, af en toe een wolkje, en niet te heet. We nemen de ferry van 10 voor 4 terug. Henk pikt ons om half 5 op met de bijboot bij de drijvende steiger van Seixal. Dan varen we naar de overkant, naar Barbeiro. De daar bestelde onderdelen voor de mastrail: een mastkar, kogels en bevestigingsmateriaal zijn zojuist gearriveerd. Bij Cascais had Henk via internet gezien, dat er een Facnor dealer in Barbeiro zit. Henk heeft via email contact opgenomen en de onderdelen maandag besteld. Het zou 2 tot 3 werkdagen duren. Het is een uur voor hoog water, dus we kunnen een heel eind door varen. We maken vast aan een steigertje, dat drijft als het heel hoog water is. Vandaar is het nog 2,5 km lopen. Tess en ik hadden er al 8 km op zitten. Totaal hebben we deze dag 13,5 km gelopen. Terug varen naar Seixal is goed te doen. We hebben weinig last van de golven van snelle veerboten. Als afsluiting trakteren we ons op hetzelfde terras als gisteren op een drankje of een ijsje. Morgen gaan we verder naar het zuiden.