Van Sardinië naar Sicilië
Door Houkje
1 september 2020 - 30 september 2020
1 september liggen we met de Wahoo geankerd in Golfo Aranci, samen met de Safari en de Lady (Zweedse kotter). Het is aan de oostkant van Sardinië.
We hebben afgesproken om 11 uur te gaan wandelen met Wouter & Paula (Safari) en Niklas & Kristina (Lady). We gaan naar de semafoor van Marconi, bovenop Capo Figari (342 m). Het is over een smal paadje met stekelbosjes. Die zorgen voor schrammen op de benen. Af en toe is er een steil stuk, waar je handen en voeten nodig bent. Maar de uitzichten zijn geweldig.
Bij de semafoor eten we de meegebrachte broodjes. We bekijken de oude gebouwen, ze zijn niet meer in gebruik, en in verval. Op de terugweg nemen we een ander, breed pad. Bij de pier van de veerboot aan het begin van het dorp is een restaurantje, daar rusten we uit met een drankje.
Met de bijboot en lege jerrycans gaan we de volgende ochtend naar de kade van Aranci om diesel en benzine te tanken. Dat gaat daar gemakkelijk.
Ik maak de stuurboordromp onderwater met een borstel schoon, maar word belaagd en geprikt door een kwal. Dan stop ik er snel mee. Even later ga ik toch maar weer het water in om de rest van de romp schoon te maken. Telkens goed om me heen kijkend of er weer een kwal op me af komt.
De volgende dag zijn er geen kwallen en maak ik de bakboord romp schoon.
Met Wouter en Paula maken we een wandeling rond het dorp en halen daarna een drankje bij de pier.
Vrijdag de 4e zeilen we met alleen de genua een stukje naar het zuiden. We ankeren west van Isla Tavolara, eerst in gras. Het anker houdt niet. Bij de 2e poging ligt het anker goed vast in het zand.
We gaan duiken bij Isla Tavolara. Met de bijboot varen we een stukje voorbij de zuidwesthoek. Het is een mooie duik, het landschap is bijzonder onder water. Ik ben door een soort tunnel gezwommen. Henk ging eerst. Toen durfde ik ook wel.
Terug aan boord gaan we alles met de buitendouche spoelen en de flessen weer vullen.
We blijven daar niet liggen maar gaan ankerop en zeilen naar Porto Istana, een wat meer beschutte ankerplek.
We gaan zaterdag nog een keer boodschappen doen bij de Eurospin in Olbia. Daarna naar Cala Moresca, bij Isola di Fungirolo. Alweer een mooie ankerplek!
We spreken af de volgende dag om 1 uur te gaan duiken met Wouter en Paula bij het rotseiland, waar we geankerd liggen.
BaraVara van Lars en Ingela komt aan varen en gaat ankeren tussen ons en Safari. Even later komt Lady van Niklas en Kristina de hoek om van het eiland en ankert verder westelijk. Ze gaan niet mee duiken.
Meteen aan het begin van de duik zien we een mooie octopus. Het onderwaterlandschap is gevarieerd, met rotsen die mooi begroeid zijn, zeegras en zand. Veel vis, ook in scholen.
Na alles gespoeld en de flessen gevuld te hebben zijn we uitgenodigd op BaraVara, bij Lars & Ingela. Wouter & Paula en Niklas en Kristina zijn er ook. Een kuip vol, heel gezellig!
Met hapjes en drankjes.
Als we terug zijn op Wahoo horen we Ingela zingen. We weten dat ze graag zingt. Ze reageert nu op een zanger van een motorboot in de buurt. Ze zingen een soort duet samen. Later gaat Ingela met Lars, Niklas en Kristina naar de motorboot. Ze worden daar met gejuich ontvangen. Er volgen nog een aantal songs, prachtig en bijzonder, in deze omgeving, in het donker. We genieten!
Maandag om 11 uur hebben we afgesproken bij de Lady, voor allerlei watersporten. Niklas gaat waterskiën achter onze dinghy met 30 Pk buitenboordmotor.
Het lukt hem helaas steeds net niet omhoog te komen. Ook niet als hij het probeert vanaf de boeg van de dinghy van Safari. Na hem gaat Lars waterskiën. En het lukt hem omhoog te komen en te blijven staan.
Ingela gaat peddelen op onze Kayacat. Later Kristina. Die gaat eerst op het supboard achter de dinghy van Safari, later ik, Ingela en Paula. Om beurten. We hebben allemaal veel plezier.
’s Middags brengt Henk ons (Wouter & Paula, Lars & Ingela en mij) naar de wal. Hij zet ons af bij de camperparkeerplaats. We gaan nog een keer de wandeling doen naar de semafoor.
Het is warm en het pad is af en toe erg steil. Maar de uitzichten zijn prachtig. Het pad naar beneden is breed en gemakkelijk. We lopen niet helemaal terug naar ons beginpunt. Maar laten ons ophalen door Henk vanaf een uitstekend stuk rots, waar de bijboot net aan toe kan komen.
Dinsdag hebben we alweer een afspraak om 11 uur. We gaan duiken met Wouter & Paula en Niklas & Kristina aan de zuidwest zijde van Isola di Figarolo.
Er staan beelden onder water van Jozef en Maria en Jezus. Verder zien we veel vis. En mooie begroeiing.
’s Middags varen we naar Golfo Aranci om daar te ankeren.
Om 6 uur komen Niklas & Kristina en Lars & Ingela met Wouter & Paula. We hebben hen uitgenodigd voor een maaltijd. En om foto’s en filmpjes uit te wisselen van de gezamenlijke activiteiten van de afgelopen dagen. Na het eten van wraps gevuld met vlees, groente, sla en knoflooksaus gaan we de foto’s en filmpjes bekijken op groot scherm. Het is erg gezellig.
Lady en BaraVara vertrekken de volgende morgen al vroeg naar Olbia. Ze gaan daar aan de kade liggen. Omdat er slecht weer op komst is.
Wij gaan een stukje naar het zuiden zeilen. Aan de wind en kruisen. We ankeren bij Capo Coda Cavallo. Er liggen vrij veel geankerde boten. De meesten gaan weg als het betrekt vanwege onweer en een paar spetters. Er blijven ongeveer 10 boten over.
Paula en ik peddelen de baai rond, met supboard en kayacat. We zijn net terug als het gaat spetteren.
Donderdag 10 september is een rustige, wat bewolkte dag. Paula en ik peddelen rond het eilandje. Eind van de middag gaan we met z’n vieren met de dinghy van Safari naar de wal. We maken een leuke wandeling. Als we bijna terug zijn gaat het regenen. Er staan nog wat ramen open. Maar het is niet naar binnen geregend. We eten samen door Henk gemaakte maaltijdsoep. Met knisperbrood. Het weerlicht en onweert en het regent. Gelukkig drijft het snel over.
Vrijdagmiddag gaan we een ander behangetje opzoeken. We zeilen een paar mijlen met alleen de fok naar Porto Brandinchi.
’s Nachts gaat het onweren. Als het licht wordt gaat het regenen, nou ja, plenzen noemen we het. En het begint hard te waaien. Gelukkig houdt ons anker het en ook die van de 3 boten om ons heen. Alle zout is wel van de boot af gespoeld. Na de bui is het rustig geworden.
We vertrekken bij heel weinig wind. Zeilen de baai uit met grootzeil en grote genua. Die we snel verwisselen voor de code zero. Het eerste stuk is ongeveer halve wind. De wind komt steeds meer recht van achteren. Daarom trekken we het grootzeil naar bakboord. De code zero blijft over stuurboord. We zeilen heerlijk. Met een snelheid van 7-9 knopen.
We willen ankeren net om het hoekje bij Punta Nera di Osalla. De strandwacht fluit en wuift ons weg. Daarom ankeren we wat verder van het strand. Wouter & Paula komen een ankerbiertje drinken. Als het bijna donker is brengen we samen afval naar de wal. Het strand is steil, we kunnen zo afstappen uit de bijboot op het strand. De afvalemmers worden net geleegd. We mogen dat van ons er bij zetten.
Verder naar het zuiden langs de oostkant van Sardinië zijn er weinig beschutte ankerplaatsen als er een oost component in de windrichting zit.
Omdat er zondag een gunstige noordelijke wind staat vertrekken we met als doel Arbatax. Het waait maar een paar knopen. Daarom verwisselen we de genua voor de code zero. Het zeilt heerlijk, en het gaat hard. We ankeren in een mooie ruime baai, zuid van Arbatax, San Gemiliano. Later komen Safari, Lady en BaraVara daar ook ankeren.
Gezien de windvoorspelling kunnen we maandag het beste verder naar het zuiden zeilen. We vertrekken rond 10 uur. We varen even bij BaraVara en Lady langs om te groeten. Zij gaan dinsdag oversteken naar Sicilië. We zien hen komende winter waarschijnlijk wel weer.
We overleggen of we de code zero weer hijsen of de genua. Het wordt de genua. Omdat er ongeveer 15 knopen wind voorspeld wordt. Eerst is de windhoek binnen 90 graden. Als we meer voor de wind gaan varen, gaat het grootzeil naar bakboord. De genua blijft over stuurboord. De snelheid varieert tussen 7 en 9 knopen. Met af en toe een uitschieter. Het maximum is 14,7 knopen. Er staan redelijke golven, maar ze komen van achteren. Dus we hebben er geen last van.
Het is alweer een mooie zeildag!
We ankeren in de baai bij Villasimius. Dat is aan de zuidkant van Sardinië. Op ‘ t laatst gaat het nog even hard waaien. Maar in de beschutting van land zijn er geen golven meer.
Dinsdagmorgen 15 september is het water vlak. Het waait niet. Ons anker ligt net achter de stuurboord romp. We zien 2 gepen zwemmen, vlak onder het wateroppervlak. En een rog voortgang maken, net boven de zandbodem.
Vandaag hebben we een ‘rustdag’. Wel gaan we boodschappen doen. De koelkast wordt schoon gemaakt. De was gedaan.
Wouter & Paula komen langs met vouwfietsen in de bijboot. Het is te ver lopen naar de Eurospin. Als zij klaar zijn mogen wij de fietsen gebruiken. Dat aanbod slaan we niet af.
De fietsen staan een paar uur later voor ons klaar in de haven. We fietsen naar het dorp Villasimius, via een fietspad naast de weg. Dat is wel bijzonder. Tot nu toe hebben we op Sardinië nergens een fietspad gezien. Meestal loop of fiets je langs de weg. Wat best eng is, want de auto’s rijden hard.
Als we in het dorp zijn en even de route naar Eurospin bekijken op de telefoon is de achterband van Henk aan het leeglopen. Waarschijnlijk zit er een gaatje in, want hij wordt helemaal plat. Dan maar lopend verder, nog 1,5 km naar de Eurospin. We kunnen de fietsen daarna wel als pakezel gebruiken. Die met de lekke achterband krijgt bier in een tas aan het stuur, de tas rust op de stang. De andere fiets heeft een bruikbare bagagedrager. Aan het stuur kan ook wat. Verder hebben we allebei een rugtas. Zo lopen we terug naar de haven. Het is warm. Maar het grootste deel kunnen we in de schaduw lopen. De fietsen brengen we terug naar Safari. Wouter mag de band plakken.
De volgende dag maken we ’s middags een leuke wandeling met Wouter & Paula. Naar een gebouw op de rots, wat een openlucht theater blijkt te zijn. Daarna richting de vuurtoren. Langs een doodlopende weg naar een nieuw aangelegd uitkijkpunt. Met een prachtig uitzicht!
Via een smal, deels overgroeid paadje komen we op het pad naar het strand bij het flamingomeer.
Er is branding vanuit het zuidoosten bij dat strand. Henk loopt te dicht bij het water en krijgt 2 natte voeten. Bij een strandbar strijken we neer om wat te drinken. En om te kijken naar een supper op de hoge brandingsgolven.
Het is warm vandaag. Terug aan boord gaan we nog zwemmen. Ik stoot tegen een kwal en Henk wordt geprikt op zijn rug. Als we meteen daarna uit het water zijn tellen we 14 kwallen! In het vervolg eerst maar weer kijken of er kwallen zijn voordat we gaan zwemmen.
De volgende ochtend zwemmen we met duikbril en snorkel om uit te kijken naar kwallen. Henk is geprikt, nu op zijn been. Hij heeft er geen last van, ook niet van de plek waar hij gisteren geprikt is.
Aan het einde van de middag varen we met de bijboot naar de jachthaven van Villasimius om benzine te tanken.
Na een paar dagen op dezelfde plek te hebben geankerd is het lekker om weer te gaan zeilen. Met alleen de code zero zeilen we 16 mijlen naar het westen, naar Porto Piccola. De Safari ligt daar al een dag.
Wouter zegt dat zondag wat betreft wind een geschikte dag zou zijn om over te steken naar Sicilië. We bekijken samen naar de windvoorspellingen. We besluiten het zaterdagmorgen nog eens te bekijken en dan een beslissing te nemen. Het is 155 mijl naar Sicilië, dus een nacht doorvaren.
Ik heb er onrustig van geslapen. Niet dat ik ergens bang voor ben. Maar ik heb buikpijn bij het vooruitzicht. Ik was al vroeg wakker en ben toen maar gaan lezen.
Dus als we vandaag besluiten dat we nog niet gaan oversteken moet ik het helemaal uit mijn hoofd proberen te zetten.
We gaan koffiedrinken op de Safari. Ondertussen bekijken we de weersvoorspellingen van Windfinder en Windy, diverse modellen. Ze zijn het niet met elkaar eens. We pikken de 2 gunstigste er uit en ons besluit is: we gaan zondag oversteken.
Daarom zeilen we vandaag terug naar Villasimius, dat scheelt weer 16 mijlen morgen.
De nacht voor de oversteek heb ik gelukkig goed geslapen. Geen zorgen voor morgen. Want een mens lijdt het meest door het lijden dat hij vreest. Dat moet ik onthouden.
Iets na 10 uur gaan we ankerop. Hijsen het grootzeil. En rollen om te beginnen de fok uit. Die verwisselen we vrij snel daarna voor de genua. We zetten een koerslijn uit naar Trapani, aan de westkant van Sicilië. De kortste weg is tussen het eilandje Cabo Carbonari en het eilandje Isla dei Cavoli door. De Safari kiest de andere route, zuid van het eilandje langs. Pas veel later komen we weer bij elkaar in de buurt. Wij sturen met de stuurautomaat eerst een tijd op wind, met een windhoek van 88 graden, dus net binnen de 90 graden.
Er komen 3 dolfijntjes aan, die een tijdje blijven spelen bij de boegen. Prachtig!
Als ik vind dat we te ver af raken van de koerslijn en van Safari gaat het grootzeil naar stuurboord. We gaan voor de wind zeilen met de genua over bakboord.
Als de Safari het lichtweerzeil gehesen heeft komen ze steeds dichterbij. Wij gaan de koerslijn weer volgen. Het grootzeil gaat naar dezelfde kant als de genua, de windhoek is 60 graden. Het zeilt mooi. En hard. 8 knopen gemiddeld.
In de avond roept Paula op, op VHF kanaal 77. Die hebben we beide stand-by staan.
Ze hebben het lichtweerzeil opgeruimd en de fok uitgerold. Er is wat weerlicht in het zuiden en er komen golven van die kant. Waarschijnlijk doordat het daar harder waait. Dus alvast ter voorbereiding op hardere wind.
Wij zeilen nog een tijdje door. Maar ik wil wel graag een rif in het grootzeil. Dan doen we meteen 2, zegt Henk. En de genua rollen we in, de fok uit. Daarna is de snelheid ongeveer gelijk aan eerder. Het gaat alleen minder heftig.
Henk gaat een paar uren slapen en ik houd de wacht. Er zijn veel sterren. In de verte zie ik het toplicht van Safari. De stuurautomaat staat op windhoek 88 graden. Onze koers wordt steeds zuidelijker, doordat de wind ruimt. Ik maak Henk wakker om te helpen voor de wind te gaan zeilen. Dat is meer in de goede richting. Het grootzeil gaat naar stuurboord. De fok blijft bakboord. En we passen de koers aan, meer naar oost.
Dan ga ik slapen. Na ongeveer 1,5 uur ben ik klaarwakker. Daarna slaapt Henk weer een uurtje. En dan ik. Als ik wakker word is het licht. We zien in de verte het 1e eiland, Isola Marettimo. Het is hoog, meer dan 600 meter en nog 20 mijlen weg.
Inmiddels is de wind flink afgenomen en daardoor ook onze snelheid. We gaan nog maar 1,5 – 2 knopen. We willen toch ergens komen vandaag, dus we motoren ongeveer 2 uren. Dan kunnen we weer zeilen.
Vanwege de verwachte zuidelijke wind gaan we ankeren aan de noordkant van het eiland Favignana. In de kom west van de haven. De Relax van Tuula & Pekka ligt er al een paar dagen. Onderweg hebben we contact met hen gehad.
We boeken online een ankerpermit voor de Isola Egadi. Dat kost €35 voor 1 week of €18 per dag. Een week is van maandag – zondag. Ik vulde in van maandag – maandag en moest €53 betalen. Voor een week plus 1 dag. Volgende keer beter opletten, neem ik me voor.
Pekka & Tuula nodigen ons uit om te komen eten. Dat accepteren we graag. Het eten is lekker en het is gezellig. Om 8 uur zijn we moe en gaan naar Wahoo om te slapen.
Dinsdagmorgen vroeg word ik wakker van regendruppels op het dek. En er zijn veel flitsen in de lucht van weerlicht. Af en toe rommelt het. Ik ga naar buiten om het matras, de handdoeken en de schaduwkleedjes binnen te halen. Ze zijn slechts een beetje nat. Even later gaat het harder regenen, een echte plensbui. We gaan maar weer slapen.
Als we opstaan gaan we meteen zwemmen. Zoals we dat elke dag doen, behalve gisteren, omdat we toen onderweg waren. Het water is wat afgekoeld door de regen, maar nog steeds 25 graden.
Later ga ik met Pekka & Tuula in hun dinghy naar de wal. We gaan groente en fruit kopen ergens in het dorp. Daar staat een vrachtwagentje langs de weg met een marktkraam ernaast. Het is er druk. Ze verkopen goed spul.
Als we terugwandelen praten we over de windvoorspellingen. Vanaf vrijdag gaat het een paar dagen heel hard waaien, uit het noordwesten. Dan liggen we in deze baai niet beschut.
’s Middags ga ik met Henk wandelen. Eerst langs de haven. Daarna door leuke straatjes, via een pleintje met terrasjes, richting het kasteel. Dat staat op een berg van 367 meter, de Monte Santa Caterina. Het is een mooi pad er naar toe. Wel steil af en toe. Mooie uitzichten over de baai en het eiland. Ook vanaf de ruïne zijn de uitzichten prachtig!
Terug in het dorp strijken we neer op een terrasje aan het pleintje. Ik neem een Italiaans ijsje (lemon en aardbei, heerlijk), Henk een biertje. Water met bubbels is daar gratis.
We varen nog even naar de Relax. Zij vertrekken donderdagochtend heel vroeg, hun doel is Marina di Ragusa. Daar treffen we elkaar weer deze winter.
Henk brengt me woensdagochtend 23 september naar de wal. Ik breng afval weg en doe nog wat boodschappen. Terug bij de haven bel ik Henk, wel 5 keer. Hij neemt niet op maar na de 5e keer zie ik hem in de kuip. Als ik zwaai, zwaait hij terug. Hij komt me ophalen. De telefoon lag naast hem maar was niet over gegaan. Vreemd. We testen het aan boord en hij gaat wel over.
De wind is gedraaid naar noordwest en komt de baai in. Ik heb de havenmeester gevraagd of het mogelijk is te blijven ankeren in de baai als het zaterdag hard gaat waaien. Nee, zegt hij, dat is te gevaarlijk. Door harde wind en hoge golven. Hij biedt een mooring aan in de haven. Ik heb niet gevraagd wat het kost, want dat willen we toch niet. We ankeren het liefst, ook bij harde wind, maar dan wel beschut tegen wind en golven.
We zouden hier bij Favignana graag nog een aantal dagen blijven. Want we vinden het allebei een hele mooie omgeving.
Maar we kijken nog eens naar de weersvoorspelling en besluiten nu te vertrekken. Naar San Vito lo Capo, het noordwestpuntje van Sicilië. En dan morgen verder via de noordkant van Sicilië naar Palermo. De noordkant biedt de meeste beschutte ankerplaatsen.
We gaan ankerop en varen langs Relax om te groeten. Na een heerlijke zeiltocht bij halve wind laten we het anker zakken in een mooie baai, op ruime afstand van het strand en de haveningang.
De volgende dag na zwemmen en ontbijt varen we om 10 uur weg. Grootzeil hijsen, genua uitrollen. De windhoek is 90 graden. Het duurt een half uurtje. Dan valt de wind weg. Omdat het 35 mijl is naar Palermo moeten we wel een beetje snelheid maken. Dus de genua ingerold en de stuurboordmotor aan.
Noordelijk van ons zeilt een monohull onder spinnaker, die lijkt meer wind te hebben. We sturen daarom wat noordelijker. Even later gaat de spinnaker naar beneden. We motorren 2,5 uur en dan kunnen we weer zeilen. Daarna gaat bij de buurman, nu zuidelijk van ons, de spinnaker omhoog.
Als we bij de kaap zijn waar we zuidoost kunnen sturen, Capo Gallo, komt de wind opeens recht van voren. We gaan kruisen. Even lijkt het er op dat het gunstig is om verder te zeilen. Maar de wind zit tegen. Dus we zeilen aan de wind naar Palermo. Ankeren in de baai tussen 2 havens bij Aranella. Er liggen nog 2 zeilboten geankerd. En wat motorbootjes, maar die gaan even later vertrekken.
We zijn vrijdagochtend vroeg wakker. Zwemmen al voor 8 uur. We vertrekken om 9 uur naar Termini Imerese, 20 mijl naar het zuidoosten. Volgens de windvoorspelling gaat het daar minder hard waaien. Bovendien lig je er goed beschut. Beter dan bij Aranella. We overwegen even om het grootzeil niet te hijsen. Maar het is na de kaap waarschijnlijk aan de wind. Dan kun je beter ook een grootzeil hebben. Het eerste stuk waait het eventjes hard en gaan we 10 knopen. Al snel zakt de wind in en zijn we blij met het grootzeil.
Bij de kaap, Capo Zafferano, is er geen wind of hij komt uit het noordoosten in plaats van uit het zuidwesten. Even later, floep, veel wind uit het zuidwesten. We maken snelheid. Kkrrzz!! Het oog is aan de achterkant onder uit het grootzeil geknapt. Dat is balen! Motoren aan, fok inrollen, grootzeil naar beneden. Daarna fok uitrollen. Het is ruime wind. Zo zeilen we verder.
Een tijdje later: piep piep piep, alarm! Geen automaat. De stuurautomaat doet het niet. Henk probeert van alles maar krijgt hem niet aan de gang.
Het is heel lastig sturen met de hand. Maar het lukt. Voor de breakwater rollen we de fok in. Motoren aan. We ankeren in een hele ruime baai, zuid van de jachthaven van Termini Imerese. De Safari ligt er al een dag. Het is een goed beschutte baai, met veel ruimte.
De wind valt zaterdag wel mee. Zondag gaat het hard waaien, en regenen. Maximale windsterkte is 42 knopen. We blijven een paar dagen aan boord. Maandagochtend is het weer opgeknapt en gaan we met Wouter en Paula de stad verkennen. De bijboot maken we vast in het haventje aan de zuidkant van de baai, bij steiger 2.
We lopen eerst bij de haven langs. Daarna willen we naar het uitzichtpunt op een hoog gebouw. Maar dat lukt niet, het hek zit dicht. Dan maar omlopen om toch een mooi uitzicht over de zee te hebben.
’s Middags gaan we boodschappen doen. Eerst naar de Eurospar en daarna naar de MD discount. Daar is het bier goedkoper. Steekkarretje mee. Daar kan veel op, in big shoppers.
Dinsdag zeilen we bij weinig wind naar Cefalu. We zijn er vroeg en hebben tijd om te wandelen. Met de bijboot van Safari varen we naar het strand. Het is een prachtig stadje, met smalle straatjes. Hoge huizen met balkonnetjes. Veel souvenirwinkeltjes. Helaas is het uitzichtpunt boven op de berg niet toegankelijk, vanwege werkzaamheden.
We gaan de laatste dag van september een stukje verder naar het oosten. Er is weinig wind, zeilen aan de wind lukt af en toe. De rest motorren we. We willen ankeren bij de haven van Sant Agata di Militello. Daar zijn ze bezig met werkzaamheden. Op Navily (een ankerapp) lezen we dat je er weggestuurd wordt als je probeert te ankeren achter de breakwater. Dus gaan we een stukje verder. We ankeren voor de kust van Torranova. Het is rustig weer, geen wind en geen deining. Dan kun je overal ankeren.