Van Lissabon naar Almerimar

Door Houkje

20 september 2019 - 21 oktober 2019

De windvoorspelling voor vandaag, 20 september, is: weinig wind. Morgen wordt harde wind vanuit het zuiden verwacht. Dan willen we op een beschutte plek liggen. Die hebben we hier ook, aan de mooring in Seixal. Bovendien is dit een prachtige plek en zijn we het hier nog niet zat. Maar vandaag is de mooring door iemand anders besproken, dus we gaan weg.

Naar Tróia

Om 8 uur zijn we los van de mooring. Het is afgaand tij, dus we hebben stroom mee tot we de Taag af zijn. We varen langs de bakboord oever. En zien dat 2 sleepboten een schip, dat eerst geankerd lag met de boeg naar het oosten, in de goede richting (naar het westen) duwen. Bij Punta de Calha gaan we meteen de bocht om. Er is geen officiële geul, maar volgens de kaart moet het er diep genoeg zijn. En het is heel rustig weer. We worden aangeroepen door een man op een vissersbootje, die ons duidelijk maakt dat het verderop niet diep genoeg is. We zien wat branding in de verte. Toch maar de waarschuwing ter harte nemen en omkeren, naar boei nummer 7 van de vaargeul. Het is een heel eind om varen. Ons doel is ankeren aan de oostkant van het schiereiland Tróia, ten zuiden van Setúbal. We motorren de hele 39 mijlen. Onderweg zien we wel weer dolfijnen! Voor Tess is dat de eerste keer sinds ze aan boord is. Tegen 5 uur ankeren we oost van Sol Tróia. Houkje en Tess maken een strandwandeling. Het alternatief is langs een drukke weg lopen. En dat willen ze niet.

’s Nachts zijn er buien, voor  het eerst sinds lange tijd. ’s Morgens regent het nog steeds en de lucht is erg grijs. Regenjas aan als Tess en Houkje boodschappen gaan doen. Er is een supermarktje in een park met luxe huizen. Het is inmiddels droog en de zon schijnt. Nadat we de benodigde boodschappen hebben verkregen lopen we zonder jas door het park naar de westkust. Over een vlonder pad, belegd met een kunstgras loper. Het strand ziet er verlaten uit. De strand attributen staan opgestapeld, de Beach Club is gesloten. Het seizoen is duidelijk voorbij. We lopen terug naar het strand aan de oostkant, waar Henk ons ophaalt met de bijboot. Aan boord doen  we wat klusjes. Houkje maakt een rugtas voor 1 stepje. De harde wind uit het zuiden begint pas ’s middags en we hebben er geen last van.

Een paar dagen ankeren bij Sines

Zondag is de voorspelling gunstig om naar Sines te gaan. We hebben stroom mee de baai van Setúbal uit. Als we zuid kunnen sturen begint het wat te waaien uit het noordoosten. We gaan zeilen, met 1 rif in het grootzeil en de genua uitgerold. Als de snelheid terug zakt naar 2 knopen zetten we 1 motor bij. Een grote groep dolfijnen komt mee zwemmen, prachtig! Na een tocht van 9,5 uur ankeren we in de baai bij Sines, tussen de vissershaven en de jachthaven.

Als we maandagmiddag met de bijboot naar het strand gaan maken we hem vast met een anker, waar een lange doorlopende lijn aan vast zit. Op het strand steken we een stick, waaraan de lijn ook  vast zit, in het zand en leggen er een dikke zware steen op. Zodat de stick niet uit het zand wordt getrokken. Door branding golven wordt er behoorlijk aan de lijn getrokken. Maar de stick blijft op z’n plaats. Met een gerust hart laten we de bijboot achter en gaan omhoog, het leuke stadje in. We lopen naar het standbeeld van Vasco da Gama, een Portugese ontdekkingsreiziger. Vandaar hebben we een mooi uitzicht over de baai. Verse vis kopen, zware boodschappen doen bij de Spar. Een terrasje zoeken, maar bijna alle horecagelegenheden zijn dicht. Alleen vlak bij de Spar is een soort cafetaria open. Terug bij de bijboot lukt het niet er droog in te komen door de lastige golven. Met de buitendouche achter op Wahoo spoelen we onze natte benen, voeten en schoenen af.

Tess en Houkje gaan de volgende dag naar de Mercado, een overdekte markt met verse groenten, fruit en vis. Het is leuk inkopen doen daar. Henk en Houkje varen met de bijboot naar de tanksteiger van de jachthaven om diesel en benzine te tanken in jerrycans. En woensdag nog een keer. Als ze dan van boord zijn komt de Portugese maritieme politie aan boord bij Tess. De geplastificeerde kopieën van de officiële documenten worden in orde bevonden. Het liefst wilden ze originele paspoorten zien, maar Tess weet niet waar die liggen. Verder vragen ze Tess waar ze aan boord gekomen is, de reden van haar verblijf en of ze wel vrijwillig aan boord is. Als ze tevreden zijn met haar antwoord gaan ze weer weg.

We gaan met elkaar nog wat drinken bij een kleine bierbrouwerij annex bar/restaurant, Sacarrabos geheten. Op het terras heb je een weids uitzicht over de baai en de zee. Henk mag van alle 5 soorten bier die ze brouwen een flinke slok proeven. Hij kiest Porter, wat lijkt op Guinness. We kopen er ook 2 flessen van. Ze moeten wel binnen 3 dagen op.

Donderdag 26 september vertrekken we ’s morgens om 7 uur als het licht begint te worden. Er vertrekken tegelijk met ons nog 2 Nederlandse zeilboten, de Frank en de Isis. Eerst staat er geen zuchtje wind. We motorren tot half 12. Dan kunnen beide voorzeilen uitgerold worden, de wind komt recht van achteren. De genua met een lijntje vast aan de midden-kikker bakboord en de fok aan de midden-kikker stuurboord. Onderweg zien we eerst een dolfijn, waarvan we later denken dat het een griende (pilot whale) is. En daarna komt er een hele groep dolfijnen meezwemmen. Via de marifoon kanaal 16 worden we opgeroepen door de Isis en we maken een praatje op kanaal 77. Zij hebben als doel de baai van Baleeira, wij ook. Dat is 3,5 mijl oost van Cabo de Sao Vicente, de zuidwest punt van Portugal. Na de kaap waait het harder en kunnen we nog even lekker zeilen met alleen de fok.

Baai van Baleeira

We ankeren naast de Frank en de Isis in de baai van Baleeira. Via kanaal 77 vragen we, of ze gezamenlijk wat komen drinken aan boord van Wahoo. Dat doen ze. We maken kennis en delen ervaringen en plannen. Het is heel gezellig.

’s Nachts waait het hard en liggen we wat onrustig doordat er golven zijn.

Voor de 4G antenne heeft Tess een nieuw (omgeruild) onderdeel meegenomen uit Nederland. Henk krijgt wifi Wahoo nu wel werkend met het 4G internet. En hij sluit een aantal apparaten, waaronder 2 buitencamera’s, op de wifi aan. Maar er ‘verdwijnt’ veel data en we zijn heel snel door onze bundel heen. Het heeft waarschijnlijk te maken met automatische updates van laptop, telefoon en andere aangesloten apparaten en het synchroniseren van OneDrive. Dat proberen we uit te schakelen. Verder controleren we vanaf nu heel geregeld de status van het data tegoed.

‘s Middags maken we een mooie wandeling, via een coastal path naar de baai van Sagres. Daar is iemand naar beneden gevallen, die door de brandweer omhoog wordt gehesen. Er staan veel mensen te kijken. Wij lopen door, het dorp in en terug naar de baai van Baleeira. De bijboot is vastgeknoopt aan een ring op de pier. Maar het water is intussen gezakt. De knoop zit zo laag, dat Henk er vanaf de wal niet bij kan om hem los te maken. We hebben geluk. De bemanning van de Isis zit net in hun bijboot ernaast. Joost kan er wel bij en maakt de knoop los. Er staan behoorlijke golven in de baai. Maar de boot wil planeren en we worden bijna niet nat.

Bij Lagos

Zaterdag 28 september vertrekken we uit de baai van Baleeira. Doel is de baai van Alvor. Het eerste stuk kunnen we zeilen met alleen de genua. Er komen heel veel snelle dolfijnen ons tegemoet, ze lijken haast te hebben en zwemmen niet een stukje met ons mee. Na een uurtje is de wind op. We dobberen een tijdje en hopen dat het windveldje achter ons dichterbij komt. Niet dus. Dan maar rustig met 1 motor aan verder en dichter langs de mooie Portugese zuidkust. Bij de kaap Ponta da Piedade is het druk met geankerde boten. Er zijn veel kleine bootjes en kano’s. Ze varen tussen de rotsen door en in de ‘grotten’, grote gaten in de rotswand, waar je doorheen kunt varen. Wij willen dat ook wel, maar besluiten dat op een minder drukke dag te gaan doen.

Voorbij de kaap kunnen we weer zeilen. Tot voorbij de ingang naar Lagos. Daar liggen meer boten voor anker en het lijkt ons een leuke plek. Alvor kan wel wachten. Aan het eind van de middag, als het niet meer zo heet is, varen we met de bijboot door het smalle kanaal naar Lagos. We maken de boot vast achter aan de drijvende steiger bij de jachthaven. Wandelen naar het oude centrum en via de boulevard terug. Onderweg een paar boodschappen gedaan, die in de rugzak passen. Naast de grote jachthaven zijn leuke terrasjes. We gaan zitten bij een Ierse pub.

Het is al donker, en koud, als we in de bijboot stappen. Die wil niet starten, omdat het startkoord is gebroken. Dat wil zeggen, de mantel van het koord is stuk en opgestroopt. Gelukkig ligt er een gereedschapssetje onder de klep voorin. Bijgelicht door Houkje haar telefoon schroeft Henk het bovendeel van de motor, prutst wat aan het touwtje en krijgt uiteindelijk de motor weer aan de praat. Gelukkig maar, want het zou een héél eind peddelen zijn naar de Wahoo.

Het is de volgende dag heel mooi, zonnig en rustig weer. Omdat we nog wel een aantal dagen in deze buurt blijven pompen we de Kayacat op. Tess gaat er eerst mee suppen. Daarna gaat Houkje kajakken. Even naar de Isis die ook voor anker ligt om een praatje te maken. Henk vervangt ondertussen het startkoord van de buitenboordmotor. En maakt het filter en de carburator schoon. Want de motor slaat steeds af als hij koud is en er gas gegeven wordt. ’s Middags gaan we met de bijboot, de Kayacat op sleep, naar de rotsen en grotten. Tess gaat kajakken en wij gaan achter de toeristenbootjes aan een nauwe doorgang in. Niet zo’n goed idee, want er staat deining en de rotswanden zijn puntig en scherp. Achteruit varend dezelfde weg terug. En alleen ergens naar ‘binnen’ waar het ruim is. We genieten erg van de mooie rotswanden.

’s Avonds is het nog steeds bijna windstil. De zee is vlak. We zien een aantal pilot whales, ook wel  grienden genoemd. Ze zwemmen tussen de geankerde boten door richting het strand en weer terug. Af en toe slaat er eentje met z’n staart op het water. Ze zijn trager dan de dolfijnen, die we vaak gezien hebben.

Maandag 30 september staat in het teken van data opmaken. Beide telefoons updaten naar IOS 13. De Raymarine software updaten. ’s Avonds om 9 uur zijn onze data op. Om 0.00 uur begint de maand oktober met nieuwe data.

Baai van Alvor

Dinsdagochtend gaat Henk de kayacat zeilklaar maken en een rondje zeilen bij heel weinig wind. Dat zeilen gaat prima maar hij wil niet overstag. Dan maar gijpen. ’s Middags halen we het anker op en zeilen naar de baai van Alvor. We ankeren bij het dorp tussen de meerboeien. Een half uur later komt de Catja van Alvor Sailing langs en de schipper roept dat we in de doorvaart naar de marina liggen. We gaan verkassen en ankeren tussen een Engelse Halberg Rassy en een Nederlandse Lagoon. Op verzoek van de eigenaar van de Halberg Rassy gaan we nogmaals anker op. Hij vindt dat we te dichtbij liggen. Uiteindelijk ankeren we verder westelijk als de op 1 na laatste boot, naast de Nederlandse ‘ Zwerver’. Een mooie beschutte plek achter een hoge wal met een luxe villa er op. Deze plek heeft als nadeel, dat het er stroomt. Met vloed liggen we met de boegen naar het westen, met eb naar het oosten.

Met de bijboot onderweg naar het dorp Alvor om boodschappen te doen ontmoeten we eerst Arie en Cheryl bij hun trimaran Twilight. Arie nodigt ons uit om ’s avonds met elkaar te gaan eten bij Panda. Dat doen we. Van boodschappen doen komt niets, want daarna belanden we aan boord van de Mariking van Jaap en Ankie. Tess kent hen en wij maken kennis. Het is gezellig.

Henk gaat zeilen in de kayacat. Er is meer wind dan gisteren en hij komt weer niet overstag. Door te gijpen kan hij terug komen. Daarna gaat Tess. Zij krijgt hem ook niet overstag en verdaagt naar lagerwal. Stapt overboord en kan wel weer zeilen. Maar omdat het zwaardje is opgeklapt komt ze niet terug. We gaan er naar toe met de bijboot. Ze haalt de bladen van zwaard en roer en doet ze aan de peddel. Om tegen wind en stroom terug te peddelen. Het lukt!

Voordat we ’s avonds naar Panda gaan om te eten maken we een wandeling over het vlonder pad. Er groeit zeekraal. Tess wil morgen wat plukken. Het eten bij Panda is heerlijk en goedkoop: € 8,50 voor het dagmenu, dat bestaat uit voorgerecht, hoofdgerecht met vlees of vis, een drankje, een dessert en koffie. Het is erg gezellig.

Woensdag brengen we eerst ons afval weg. Op de wal zijn een hele rij rvs pijpen die in verbinding staan met ondergrondse containers. Het afval wordt gescheiden: papier, glas, blik en restafval. Daarna doen we boodschappen bij de Pingo Doce. En ’s middags gaan Tess en ik zeekraal plukken.

Donderdag willen we een flinke wandeling maken. Maar het komt er niet van. Eerst krijgen we bezoek van Jaap en Ankie. Daarna gaan Arie en Cheryl mee naar een plek waar we kunnen droogvallen om het onderwaterschip schoon te maken. Er is een smalle doorgang tussen 2 zandbanken naar de plek. De doorgang is te smal en we blijven steken. Als we los zijn en achter ons anker liggen is het een half uur voor hoog water. Vrijdag komt er minder water en dan willen we verder. En de dagen daarna komt er nog minder water. Het risico dat we daar een aantal dagen vast liggen is te groot. We halen het anker op en gaan weer terug naar onze vorige ankerplek.

Culatra

Vrijdag 4 oktober vertrekken we uit de baai van Alvor. We willen gaan ankeren bij Culatra. Eerst is er heel weinig wind. Als we de baai uit zijn zetten we de stuurautomaat aan. Maar daar is iets mee aan de hand. De boot maakt een draai de verkeerde kant op. Wat blijkt: na het installeren van de update van Raymarine moet alles opnieuw ingeregeld worden. Ook alle schermen moeten opnieuw ingesteld worden. We kunnen de stuurautomaat vandaag niet gebruiken. Na een paar uur kunnen we zeilen. Met grootzeil plus 1 rif en de genua. Houkje stuurt. Het gaat harder waaien. Ze wil net tegen Henk zeggen dat de genua ingerold moet worden als we ‘pang’ horen en er iets knapt. Het is de lijn die de boegspriet naar beneden houdt. De boegspriet is omhoog geklapt en er zit een scheur in 1 buis. Henk laat de genua zakken en bindt hem vast op het bakboord net. Daarna rollen we de fok uit en zeilen verder tot de ingang naar Culatra. Grootzeil naar beneden en rustig met de stroom mee op de fok naar binnen. Het is er prachtig! Er liggen veel schepen geankerd bij Culatra, maar we kunnen er gemakkelijk bij.

Zaterdagmorgen tegen half 7 wordt Houkje wakker van een alarm. De accustatus is 30%. Hij mag  ontladen tot 20%. Henk zet het alarm uit, maar 5 minuten later gaat het weer. Dan maar de bakboord motor starten en de grote dynamo aan om een half uur stroom te draaien. Om half 8 weer alarm. Nu van het weerstation. Daar zijn gisteren nieuwe batterijen in gedaan en per ongeluk stond het alarm ‘aan’. Na deze onderbrekingen hebben we nog lekker weer geslapen.

Henk heeft het vermoeden dat de koelkast en vriezer veel te vaak aan slaan, en dus veel stroom gebruiken. Omdat ze niet genoeg koelwater krijgen. Daarom haalt hij alle toevoerslangen onder het aanrecht los. En maakt ze schoon met een pijpenrager en een dunnere slang. Dat is geen overbodige actie. Ze zitten bijna helemaal vol met vuil en pokken. Ook de afsluiter zit vol. Er komt geen water door. Henk gaat het water in om van de buitenkant met een schroevendraaier, een pijpenrager en een electra draad het vuil en de pokken weg te krijgen. Houkje zit binnen bij de open afsluiter. Daarop is een losse slang aangesloten. Pas als het water goed door de slang stroomt in een bak is de toegang open en kan de afsluiter dicht. Alles bij elkaar was het een tijdrovende klus.

Aan het einde van de middag gaan we wandelen op Culatra. Tess heeft vanmorgen met de kayacat al wat verkend. De bijboot kan afgemeerd worden aan een drijvende steiger in de vissershaven. Het dorp heeft mooie huisjes, met veel bloemenpracht. Via een nieuw pad met beton platen en daarna een houten vlonder pad komen we bij het strand. Daar staan parasolletjes met ligbedden bij een strandtent. Maar er is geen klandizie. Te laat in het seizoen? Op het terras vlakbij de haven nemen we een drankje of een ijsje. Tess neemt Licor de Beirao. Een lekkere Portugese drank, waarover ze gelezen had in het Algarve magazine.

De volgende ochtend zijn we uitgenodigd voor koffie bij Piet en Mieke op de Noyana. Zij kwamen gisteren langs varen voordat ze gingen ankeren. Het is gezellig en we hebben sinds Seixal van alles beleefd. We blijven niet te lang. Want we willen gaan droogvallen. Om 9 uur was het hoog water en om 16 uur is het laag. Het tijverschil is maar 1,5 meter. Om kwart voor 12 varen we Wahoo vast op een duidelijk zichtbaar stuk zand. Dan is het wachten tot het water ver genoeg gezakt is. Houkje gaat preek luisteren. Om kwart voor 3 beginnen we met z’n drieën te boenen. Er zit een soort groene baard op de romp. Vooral aan de stuurboordkant is hij hardnekkig en slecht weg te krijgen. Wahoo valt niet helemaal droog. De kielen zijn een stukje in het zand gezakt en er blijft ongeveer 20 cm water staan. Dat geeft wel de mogelijkheid om de borstels steeds te spoelen. Henk bemoeit zich met de schroeven en de roeren. Met duikbril en snorkel op. Want ze blijven gedeeltelijk onder water. Om half 6 zijn we klaar en dan begint het water weer op te komen. We hebben geen anker uitgebracht. Als we tegen 9 uur drijven varen we in het donker terug naar onze eerdere ankerplek.

Maandag is het nog steeds mooi zonnig en rustig weer. Henk maakt de boegspriet weer een beetje vast. Zodat de genua gehesen en ingerold kan worden. Daarna laten we de genua zakken en vouwen hem een paar keer, zodat hij in een zeilzak past. Die laten we in het bakboord net liggen. De boegspriet wordt gedemonteerd. De rvs stang en 1 bout zijn krom. Eén van de winterklussen is om het weer goed te krijgen. De klussenlijst wordt steeds langer.

’s Middags gaan we weer wandelen op Culatra. Door het zand aan de zuidkant van het  eiland naar het westen. Op de drooggevallen zandplaten zijn mensen kokkels aan het zoeken. Er lopen ook lepelaars en ooievaars te scharrelen. We vinden een vlonder pad richting het strand, dat voor het strand op houdt. Langs de vloedlijn lopen we terug naar het vlonder pad, dat naar het dorp leidt. Het is goed uitrusten op het terras bij de haven met een drankje of een ijsje.

Dinsdagochtend gaan we met de bijboot naar Olhaao. Om in de markthallen daar verse groente, fruit, vlees en vis te kopen. De 2e hal is de vishal en we zijn er eigenlijk te laat, want ze zijn al aan het opruimen. We kunnen nog wel wat kopen: tonijn, zalm op de huid, gamba’s en lula’s (inktvis). Dat bewaren we in de vriezer. ’s Middags gaan we nog een keer met de bijboot naar Olhao, om Teade en Milly, de ouders van Tess, op te halen. Ze blijven een nachtje aan boord van Wahoo slapen. Maar eerst eten we gezellig met elkaar ‘cataplana’ (visschotel) in het restaurant bij de haven.

Het is ’s ochtends nog donker als we vreemd gepiep horen. Na een tijd luisteren en zoeken blijkt het een krekel te zijn. Die zat gistermiddag buiten op de rand boven de deur. Daar zit hij nog, maar als Henk hem wil pakken vliegt hij weg, onder het rooster voor de deur. Nu we weten wat de oorzaak van het piepgeluid is kunnen we weer slapen.

Ankeren bij Armona

Na een heerlijk ontbijt en koffie, buiten in de kuip, besluiten we naar Ilha da Armona te varen. Dat is een eiland verder noordoostelijk. We varen door een niet betonde geul in oostelijke richting. Het water is zo helder, dat je de bodem goed kunt zien. Vooral waar het ondiep is. We ankeren in de rivier noord van Armona, voorbij de veerbootsteiger en buiten de moorings. Met de bijboot gaan we naar de achterkant van de drijvende veerbootsteiger en maken hem daar vast. Het is een hele mooie wandeling door het pittoreske dorp naar het strand. We worden getrakteerd op een heerlijke lunch bij restaurant Santo Antonio, met uitzicht op het strand en de zee.  Terug aan boord is het inpakken voor onze 3 gasten. We brengen ze met de bijboot naar Olhaao. Daar staat de gehuurde auto, waar ze mee naar Alvor rijden. We nemen afscheid van Teade en Milly. En ook van Tess, die we 3 weken aan boord gehad hebben. We kijken er met heel veel genoegen op terug. En zullen haar missen.

We hebben tassen meegenomen om boodschappen te doen bij de Pingo Doce. En lege jerrycans om benzine te tanken voor de bijboot. Maar evenals gisteren is er bij de benzinepomp een computerstoring en kunnen we niet tanken. Gelukkig hebben we nog wat reserve. Terug aan boord is het even wennen, dat we weer met z’n tweeën zijn. Koken hoeft niet vanavond na de uitgebreide lunch van vanmiddag.

Donderdag besteden we eerst aandacht aan klusjes en de website. Tegen half 5 willen we naar Armona om te wandelen. En daarna lekker eten in hetzelfde restaurant als gisteren. Maar het kan helaas niet doorgaan. Om 4 uur komt de Portugese maritieme politie, 2 man in een motorboot. De conversatie gaat in het Engels. We mogen daar niet ankeren. Dus vragen ze vriendelijk of we willen vertrekken. Dat doen we dan maar. Terug naar onze ankerplaats bij Culatra. Omdat het half tij is varen we om, via de diepe betonde geul langs Olhaao.

Vrijdag 11 oktober is het een bewolkte dag. Met meer wind dan we de laatste weken gewend zijn. ’s Middags knapt het op en schijnt de zon weer. We ruimen de kayacat op: alles schoon spoelen en laten drogen en dan inpakken in de grote rugtas. Aan het einde van de middag gaan we nog even wandelen op Culatra. Met de bijboot varen we naar de Frank voor een praatje en afscheid. En als we terugkomen van onze wandeling naar het strand varen we langs de Isis, ook voor een praatje en afscheid. Zowel de Isis als de Frank gaan richting Canarische eilanden. Wij gaan naar de middellandse zee. 1 november willen we in Almerimar zijn.

Naar de Rio Guadiana

Zaterdag lijkt het gunstig qua wind om te vertrekken naar Tavira of de Guadiana rivier. We vertrekken om 10 uur. Het is heel rustig op het water en we hebben ruimte om een rondje te draaien. Dat is nodig om het  kompas te kalibreren. Zodat de stuurautomaat weer werkt. We kunnen zeilen totdat de wind steeds meer afzwakt. Om 12 uur zetten we 1 motor bij. Om 2 uur gaat het grootzeil naar beneden omdat het steeds heen en weer klapt. Er is te weinig wind en er zijn teveel golven. Om 4 uur kunnen we weer zeilen met alleen de fok. Om 18.15 uur Portugese tijd = 19.15 uur Spaanse tijd ankeren we aan de Spaanse kant van de Rio Guadiana. We houden meteen maar de Spaanse tijd aan omdat we morgen verder gaan.

Onderweg naar Gibraltar

We hebben de wekker gezet op 8 uur. Om 8.45 uur vertrekken we en zien de zon opkomen. Even later is hij weg en trekt het dicht met mist. Wat doen we? Doorvaren of teruggaan? We varen door. Een tijdje later kunnen we zeilen, aan de wind. De koers is zuid. Na 3 kwartier gaan we overstag. De koers is dan noordnoordoost. We hebben stroom tegen en het waait maar een beetje. Daarom is de kruishoek zo slecht. De mist is gelukkig opgetrokken. Een groep van 6 grote dolfijnen zwemt een tijdje mee. Een uur later gaan we weer overstag. Nog een uur later, dus na 2 uur, zijn we slechts 2 mijlen verder. Houkje vindt dat heel frustrerend. Dus motor aan en fok ingerold. ’s Middags kunnen we nog 1,5 uur zeilen. Dan is de wind weer op. Om 18.15 uur komen we aan bij Magazon om te ankeren ten noordwesten van de jachthaven. Na 3 pogingen houdt het anker eindelijk. Mazagon ligt aan het begin van de Ria de Huelva.

De voorspelling is dat het ’s nachts hard gaat waaien uit het zuidwesten. Houkje is bang dat er dan flinke golven zijn door wind tegen stroom en heeft een onrustige nacht. Tijdens een flinke plensbui waait het even hard uit het westen. Het ankeralarm gaat omdat het te krap staat afgesteld. Daarna kunnen we nog een paar uurtjes slapen. Totdat de wekker gaat om 8 uur. Als we anker op zijn hijsen we meteen het grootzeil. Het zeilt lekker als we een windhoek van minder dan 90 graden aanhouden. Als de windsterkte afneemt en de windhoek groter wordt gaan we een stuk motorzeilen. Later kan de motor weer uit. We zeilen de baai van Cadiz in en gaan ankeren naast Puerto Sherry, tussen de jachthaven en een lange golfbreker. Een mooie en rustige ankerplek.

Dinsdag 15 oktober is de enige dag dat er voldoende én gunstige wind is om richting Tarifa te zeilen. Daarom slaan we een bezoek aan Cadiz over. We vertrekken om half 9. Zeilen de baai van Cadiz uit en zetten koers naar Cabo de Trafalgar. Voor deze kaap zakt de wind in en motorren we een stukje. Voorbij de kaap kunnen we weer zeilen, recht voor de wind. Grootzeil over stuurboord en de fok over bakboord. Vóór Tarifa trekt de wind iets aan. Het gaat hard. We hebben eindelijk eens stroom mee. Er is veel scheepvaart in de Straat van Gibraltar. Om half 6 zijn we voorbij het smalste stuk tussen Spanje en Marokko. We besluiten door te zeilen naar Gibraltar. Tot de baai van Gibraltar hebben we stroom mee en kunnen we zeilen. Het laatste stuk motorren we. In de baai zien we een dolfijn, een groot platform van Heerema, een snelle veerboot en diverse geankerde grote schepen. In de schemering ankeren we in de baai bij La Linea, noord van de jachthaven.

In de baai van Gibraltar

Er komt (alweer) bijna geen koelwater door de koelkast en vriezer. Geen wonder: Henk haalt heel veel gras uit de leiding voor het filter. Het is zaak om dat geregeld na te kijken en schoon te maken. De website krijgt aandacht. Aan het eind van de middag brengt Henk Houkje naar de wal en zet haar af bij een stenen trapje. Ze loopt naar het kantoor van de jachthaven ‘Alcaidesa Marina’. Een heel eind lopen, helemaal om de grote jachthaven heen. Om te vragen of we tegen betaling de bijboot in de jachthaven mogen leggen. Nee, dat mag niet. Van Wouter vernemen we, dat dichter bij de ankerplek de haven van Club Nautico is en dat je daar de bijboot kunt vastmaken tegen een vergoeding van € 5 per dag.

Donderdagmiddag varen we met de bijboot naar de haven van Club Nautico. In 5 jaar is het tarief omhoog gegaan naar € 6,05 per dag. We betalen voor 3 dagen en krijgen daarvan een kwitantie.

We lopen via het vliegveld naar Gibraltar. Als we het vliegveld net over gelopen zijn gaan de slagbomen dicht. Er stijgt een militair vliegtuig op. We lopen richting de ferry steiger en komen langs de plek waar je belastingvrij diesel en benzine kunt tanken. Dat gaan we vrijdagmiddag doen. We tanken 155 l diesel en 27 l benzine voor in totaal € 138. Als we in de Alcaidesa Marina getankt hadden waren we ongeveer het dubbele bedrag kwijt geweest.

Zaterdagmorgen wandelen we naar de rots Gibraltar. 5 jaar geleden zijn we er ook geweest en toen hebben we ook de grotten bezocht. Dat doen we nu niet. Wel gaan we in St. Michaels Cave. Schitterend, al die stalagmieten en stalactieten. Het is een flinke wandeling omhoog, maar zeer de moeite waard. Mooie uitzichten! De aapjes zijn er ook nog steeds. En ze zijn brutaal. Eentje zit op Henk z’n hoofd en heeft de rugtas open geritst. Het ging te snel om een foto te kunnen maken. En hij heeft gelukkig niets uit de tas gehaald.

’s Avonds bekijken we de weersvoorspelling voor de komende dagen. Zondag goede wind. Daarna 2 dagen heel weinig wind, met dinsdag regen. Woensdag en donderdag veel wind uit het westen. We besluiten zondag verder te gaan en in 2 dagen Almerimar te bereiken. Het wordt kouder, en de ankermogelijkheden tussen Gibraltar en Almerimar zijn gering.

Naar Almerimar

’s Ochtends om 8 uur vertrekken we van de ankerplaats bij La Linea. We zeilen de baai van Gibraltar uit, langs het platform van Heerema en grote geankerde schepen. Het is een prachtige zeildag. Ons doel is ankeren bij Malaga. Maar omdat het zo mooi gaat en er voor morgen weinig wind voorspeld wordt zeilen we zover mogelijk door. Onderweg zien we voor het eerst tijdens onze reis vliegende vissen, vlak boven het water. Om half 10 ankeren we bij Torrox, net voorbij een pier met een vuurtorentje er op. De wind was de hele dag zuidwestelijk, 4 – 5 Bf, en zal vanavond draaien naar noord en afnemen. Als we gaan ankeren is er weinig wind. Er staat wel een flinke deining uit het zuidwesten, dwars op Wahoo. Het is behoorlijk hobbelig. We hebben een onrustige nacht.

Voordat de wekker afloopt om half 8 zijn we al wakker. Het is nog donker als we het anker ophalen en weg varen. Er staat een lekker windje uit het noorden. We kunnen zeilen. Dat duurt maar even dan wordt het motorzeilen. Totdat de wind afneemt. Dan rollen we de fok weg en motorren we verder. Voordat we het grootzeil laten zakken halen we eerst het rif er uit. Om hem netjes te kunnen opdoeken.

Vlak voor de baai van Almerimar zien we op afstand 2 pilot whales: ze bewegen langzaam, spuiten en zijn daarna een hele tijd onder water.

In de haven van Almerimar worden we opgewacht en geholpen door onze vrienden Wouter & Paula en Frits & Marleen. Als de formaliteiten geregeld zijn in het havenkantoor krijgen  we een ligplaats toegewezen. Die blijkt te krap te zijn. Dan naar een andere, betere plek. Met de voorkant naar de steiger en naar het westen, waar meestal de wind vandaan komt. We zijn heel tevreden met deze winterplek. In april gaan we verder, de middellandse zee in.