Naar de Balearen

Door Houkje

1 juni 2020 - 30 juni 2020

De eerste ankernacht was rustig. Het water is vlak de volgende ochtend en voor het eerst dit jaar gaan we zwemmen! 5 rondjes om de boot. Bij een watertemperatuur van 17 graden. Even wennen, maar het is heerlijk. En vooral het gevoel van vrijheid na de corona beperkingen in de haven is heerlijk! Bij het zwemmen de volgende dag nemen we allebei een schuursponsje mee en een handvat. Om de rompen schoon te maken zover we kunnen reiken. Er zit alweer allerlei aangroei op.

We hebben zin in zeilen. De boot is er klaar voor en wij zijn dat ook. Met ruime wind  zeilen we naar Roquetas del Mar, waar we noord van de haven ankeren.

3 juni zeilen we naar Cabo de Gata, waar we vanwege de westelijke en harde windverwachting gaan ankeren in de goed beschutte baai Los Genoveses. Na een trip van 29 mijl in ruim 4 uur. Met de wandelgroep zijn we in februari over het strand langs deze baai gelopen. We weten dus dat je er mooie wandelingen kunt maken en dat hebben we elke dag gedaan, als het niet te hard waaide om van boord te gaan. In de 11 dagen dat we hier liggen heeft het minstens 4 dagen hard gewaaid.

De Safari ligt ook in deze baai en samen met Wouter en Paula hebben we veel gewandeld en veel beleefd. Meteen de eerste dag zien we een rubberbootje met Dan er in omslaan. Wouter en Henk gaan er naar toe met de bijboot om het bootje weer overeind en Dan aan boord te helpen en naar zijn schip te brengen. Achteruit varend, waardoor er veel water over de rand heen klotst. Ze zijn beide kletsnat. De natte kleren worden de volgende dag gewassen en opgehangen aan de reling voor. Het waait daarvoor eigenlijk te hard. Een knijper raakt los en als ik de handdoek die half los hangt ga redden waait ondertussen het kratje met nog 3 stuks wasgoed er in, het dak op. Het wasgoed blijft tegen de lier hangen. Ook die kan ik redden. Wat ik mis is het plastic knijperbakje. Dat is overboord gewaaid en drijft achter de boot. Ik twijfel of ik het water in zal gaan om hem te pakken. Ik zie hem niet meer maar Henk nog wel. Snel kleren uit en in het water. Henk wijst aan waar hij drijft. Na een aantal zwemslagen heb ik hem te pakken. Nu terugzwemmen tegen de wind en de golven in met het bakje in mijn hand. Dat valt niet mee. Op de rug zwemmend gaat het beter. Het bakje is gered!

Als we naar San José gewandeld zijn voor boodschappen en om plastic afval weg te brengen zitten we samen op een terrasje. Het mondkapje moet op als we binnen een ijsje uitzoeken. De bijboot hebben we achtergelaten op het strand. Om die weer in het water te krijgen tilt Henk hem op aan de staart van de buitenboordmotor. Krak, er breekt iets: de balk die zorgt voor verbinding tussen de motor en het stuur. Dat is balen. Nu moet hij sturen met de hendel op de buitenboordmotor. En schakelen met het schakelpaneel naast het stuur.

We gaan 12 juni samen met Wouter & Paula en Jaakko & Tiina (Finse kennissen van de Zangra) een wandeling maken naar Playa de Monsul. In februari zijn we daar met de wandelgroep geweest. Er staat een rots in zee, die ook voorkomt in ‘The last crusade’ van Indiana Jones. We klimmen op de rots, het waait bovenop nog harder dan beneden. We hebben er een prachtig uitzicht. Als we terug zijn gaan we eerst wat drinken op de Wahoo, daarna op de Safari en als laatste gaan we naar de Zangra. Overal eten we wat hapjes, dat is vandaag onze maaltijd. Als we tegen 12 uur in de bijboot gaan start Henk de motor. De lijn wordt losgelaten. Maar Henk kan niet schakelen, dus we drijven oostwaarts, de verkeerde kant op. Henk gooit het ankertje uit. Jaakko richt een schijnwerper op ons. Houkje probeert Wouter en Paula te bellen. De batterij van de telefoon is bijna leeg. Na 3x voicemail lukt het hem aan de lijn te krijgen. Ze hebben net hun bootje opgehesen maar laten hem weer zakken. Ze komen ons redden! Nemen onze bijboot op sleeptouw. Omdat het nog hard waait en er flinke golven zijn worden wij kletsnat. Nadat we de bijboot hebben opgehesen kunnen de natte kleren uit en douchen we onder de warme buitendouche. Want overdag is de boiler aan geweest. Dan nog even bijkomen met een whisky of een ijsje.

De volgende dag zijn de kleren na een wasbeurt snel droog. We besluiten samen met Safari vandaag een stukje verder te gaan. We ankeren na een heerlijke zeiltocht met alleen de fok in de baai Los Escuellos, zuid van Las Negras. Henk haalt de stuurconsole uit de bijboot. Nu kan hij de buitenboordmotor weer goed bedienen: gas geven en schakelen. En er is veel meer ruimte in de bijboot.

Omdat Windfinder voorspelt dat het over een aantal dagen oostenwind zal worden gaan we 14 juni verder, de provinciegrens over naar Aguilas. Hoewel het naar een andere provincie gaan officieel nog niet mag, zijn een aantal schepen ons al een week geleden voorgegaan. Zij hebben geen problemen gehad met de Guardia Civil en zijn niet gecontroleerd. We hebben een mooie zeiltocht, hoewel we het laatste stuk motoren omdat er geen wind meer is. We ankeren in een baai oost van Aguilas, achter een vrijstaande hoge rots. Die we de volgende dag gaan beklimmen. Er is niet echt een pad. We gaan niet helemaal naar boven, krijsende meeuwen cirkelen rond en houden ons tegen. We doen flink wat boodschappen bij de Mercadona, die is vlakbij het strandje een baai verder naar het westen.

’s Middags willen we vertrekken en we zien wel hoe ver we komen. Dat is niet ver, want het anker wil niet omhoog. Bij het inhalen van de ketting blijft hij steken bij 20 meter. Van alles proberen: een rondje linksom, een rondje rechtsom. Wouter en Paula zien dat we problemen hebben en komen er aan in hun bijboot. Het water is zo helder, dat ze kunnen zien wat er aan de hand is: de ketting zit om een stuk rots gedraaid. Ik geef ruimte op de ketting en Wouter drukt met de bijboot Wahoo de goede kant op. Zodat de ketting bij de rots weg gaat. Nu kan het anker opgehaald worden. Toch wel gemakkelijk, reddende vrienden in de buurt! We hijsen het grootzeil en rollen de genua uit. Eventjes zeilt het een beetje, voor de wind. Dan is de wind op. Er zijn wel golven, dus het zeil klappert. We dobberen met een snelheid van 1 knoop de goede kant op. Als we zat zijn van het geklapper ruimen we de zeilen op en motoren we verder. Naar Ensenada de la Fuente, het eerste baaitje om de hoek.

De hoge rotsen waar we achter liggen zijn een uitdaging om te beklimmen. Dat doen we de volgende ochtend samen met Wouter en Paula. Er is een pad naar de Mirador (= uitkijkpunt). Vandaar hebben we een mooi uitzicht. Maar de rotsen zijn hoger, dus we klimmen verder naar het hoogste punt. Terug proberen we een andere weg, maar dat lukt slecht, want er is niet echt een pad. Dus zoeken we het pad weer op, waarlangs we omhoog gegaan zijn.

’s Middags vertrekken we naar Azohia. Eerst zeilen we lekker, dan zakt de wind in. Na een uur motoren waait het weer en zeilen we verder. Vlak voor de baai bij Azohia zien we dolfijnen en als we net geankerd zijn zwemt er een rog voorbij. Er staat een behoorlijke deining, waar we een tijd dwars op liggen en  daardoor vervelend schommelen.

Woensdagmorgen 17 juni zeilen we aan de wind met alleen de genua de baai uit. Doel is Las Chapas, aan de andere kant van de kaap. Eigenlijk moeten we kruisen, maar we motoren een eind tegen de wind in en wat verder van de kust af. Het helpt niet, de wind houdt er mee op. Pas als we de kaap gerond hebben kunnen we nog een stukje zeilen naar de ankerplaats. Daar liggen Relax, BaraVara en Safari. Om 18 uur is het ‘happy hour’ op de Safari. We hebben het heel gezellig met Tuula & Pekka (Finnen van de Relax), Ingela & Lars (Zweden van BaraVara) en Paula en Wouter. Ingela houdt van zingen en dat laat ze horen. We spreken af de volgende ochtend om 10 uur met z’n achten te gaan wandelen naar de kanonnen, boven op de rots.

Vóór de wandeling gaan we, zoals gewoonlijk elke ochtend als we opstaan, een aantal rondjes om de boot zwemmen. Na 3 rondjes roep ik: Au! Ik ben geprikt door een klein bruin kwalletje met tentakels en het brandt erg. Een doekje met azijn erop verlicht de pijn. En die wordt snel vergeten, want  de wandeling is schitterend. Over een breed pad met vele bochten. Daardoor gaat het heel geleidelijk omhoog. Boven is het prachtig aangelegd, maar het vestingwerk is nooit gebruikt ter verdediging. Alles is open en je hoeft geen entree betalen. We lopen door een donkere gang naar de buitenkant (= zeekant) van de rots. Ingela gaat zingen in de gang, omdat de akoestiek daar mooi is. Het terrein is groot en we zien niet eens alles. Wel 2 hele grote kanonnen.

Na de wandeling nodigen we de andere 6 uit op Wahoo. En het is alweer gezellig. Als ze naar hun eigen boot gaan is het wat hobbelig geworden, lastig om in de bijboot te stappen.

Relax en BaraVara vertrekken vrijdagochtend al op tijd. Als ik na 11 uur het anker omhoog haal tot de briddle, die er af haal en verder wil lieren doet de elektrische ankerlier het opeens niet meer. Dat is gek. Is de zekering stuk? Nee. Na wat gezoek bedenkt Henk dat hij de salonverlichting ‘uit’ gedaan heeft. Daar zit de afstandsbediening voor de ankerlier bij op. Ondertussen heb ik met de hand de ketting 5 meter omhoog gelierd. Dat schiet niet op. Gelukkig doet de lier het weer! En kunnen we verder.

We hijsen het grootzeil en laten de opgerolde genua zakken in het bakboord net door de val te vieren. Met dezelfde val hijsen we de code zero, die opgeborgen zit in het voorste vak aan stuurboord. Het zeilt fantastisch! Bij héél weinig wind gaan we 1,5 – 2 knopen. Voorbij Cartagena komen 2 zeilboten met de motor aan ons achter op. Ze zien ons zeilen en gaan dat ook proberen. Maar ze drijven achteruit. Dus al snel wordt het voorzeil ingerold en motoren ze verder. We gaan ankeren voorbij de ingang naar Mar Menor. Het is achter een soort rif en het heet daar El Oasis.

Zaterdag kunnen we nog  een keer de code zero gebruiken, want er is al weer weinig wind. In de verte zien we 2 keer achter elkaar een zwaardvis helemaal boven water springen. We zeilen tot het eilandje Tabarca en ankeren aan de noordkant. Het is te merken dat het weekend is, het is er behoorlijk vol met geankerde boten. Het eiland is niet groot, binnen een uur wandelen we rond. Voordat het donker is zijn veel van de geankerde schepen weg gevaren, waarschijnlijk naar hun thuishaven.

En dan is het zomaar zondag 21 juni, de dag dat er een eind komt aan de noodtoestand in  Spanje. En dat er binnen heel  Spanje weer gereisd mag worden. Wij willen naar Ibiza, maar dat is te ver in een dagtocht. Langs de kust van Alicante, Benidorm en Altea komen we uit in de baai bij Moraira. Onderweg zien we in de buurt van Altea een groep grienden en ze laten zich geregeld zien. Henk heeft geprobeerd vis te vangen met een lange lijn achter de boot. Hij is vergeten die in te halen voordat we gaan ankeren. Bij het achteruit varen komt de vislijn in de schroef. Het meeste kan hij er zwemmend met duikbril en snorkel uit halen. Het laatste doet hij de volgende morgen door met een duikfles en ademautomaat onder water te gaan. Omdat hij zeker wil weten dat alles er uit is.

Na het duiken en zwemmen vertrekken we met heel weinig wind, die ook nog eens tegen is, naar Ibiza. Na 3 uren motoren begint het te waaien uit een gunstige richting en de rest van de tocht zeilen we. Na 8,5 uur en 60 mijlen ankeren we in Cala Comte, aan de noordwestkant van Ibiza. Daar blijven we genieten van de mooie omgeving en het warme weer tot donderdagochtend.Dan moeten er nodig boodschappen worden gedaan. Daarvoor varen we naar Sant Antoni en ankeren aan de zuidkant van de baai, buiten het boeienveld. Met de bijboot varen we voorbij de haven naar de dinghysteiger, waar het heel ondiep is. De Mercadona is ongeveer 20 minuten lopen vanaf daar. We hebben een steekkar mee en voldoende tassen, dus we slaan een flinke voorraad in.

Vrijdag 26 juni zeilen we naar Formentera. Eerst voor de wind naar het westen en dan met halve wind naar het zuiden. Op een gegeven moment waait het te hard voor de genua. Die rollen we in en de fok uit. We kunnen nu scherper aan de wind varen. Maar opeens, een raar geluid, en nog een keer. Net of er iets knapt. Ja hoor, de schoot is los geknapt van de fok. Dat wil zeggen dat de 4 bandjes, waarmee de ring voor bevestiging van de schoot aan de fok vast zat, alle vier geknapt zijn. De fok klappert en die rollen we in. Met behulp van de pikhaak kunnen we er een lijn omheen schuiven, zodat hij niet kan uit rollen. Eerst motoren we een stukje tegen de wind in, tot we tussen het rotseiland en Ibiza door zijn. Dan kunnen we verder zeilen met grootzeil en genua. Naar Cala Saone aan de westkant van Formentera. Een prachtige baai met turquoise water boven zandgrond. Relax en BaraVara liggen er ook en Safari komt achter ons aan. Pekka en Tuula roeien naar ons toe en nodigen ons uit om te komen eten. Er wordt door Pekka voor 8 personen een maaltijd bereid in de Cobb. We nemen allemaal iets mee. Wat er zoal in een pan in de Cobb gaat: varkensvlees, plakjes worst, spekjes, knakworstjes en daarna aardappelschijfjes, uien, wortel, groene asperges. Op het laatst alles door elkaar. Een salade erbij. Als dessert ananas met chocoladesaus. In 1 woord: HEERLIJK! En super gezellig, zo met z’n allen in de kuip van Relax.

Dan is er de volgende dag het probleem van de ring, die weer aan de fok gemaakt moet worden. Henk haalt de Sailrite naaimachine tevoorschijn en zet hem in de kuip op de WorkMate. De schoothoek van de fok is samen met het nieuwe band eigenlijk te dik om met de naaimachine te worden genaaid. De naald breekt steeds en de draad stroopt op door de plakrand. Wat nu? Een zeilmaker zoeken? Er is wel eentje in Ibiza stad maar die gaat pas op maandag open. En heeft die er tijd voor? Henk besluit na overleg met Wouter en Paula om het band er zelf op te naaien met de Speedy Stitcher. Elke dag een paar uren er aan werken, zodat het dinsdagmorgen af is.

Zondagmiddag brengt Henk Wouter & Paula en mij naar de wal. We lopen naar het dorpje, dat uitgestorven lijkt. Maar er is een terras open. Goed om daar te zitten en wat te drinken. De terugweg gaat gedeeltelijk door het bos. Maar omdat de zon hoog staat hebben we weinig profijt van schaduw.

Maandagmorgen bij het ophalen van het anker blijkt dat de swivvel (zit tussen de ketting en het anker) verkeerd om zit. Henk maakt een lijn aan de beugel van het anker en doet die onder het net langs naar voren en zet hem vast op de voorbeam. Ik geef wat ruimte op de ketting en floep, de swivvel zit weer goed. Het anker kan in de ‘kluis’. We rollen de genua uit. Het is bezeild in noordoostelijke richting. Zo zeilen we langs de kust van Formentera en Espalmador naar het noorden. We ankeren in de baai ‘Ensenada de la Canal’. Op aanwijzing van het ‘Posidonia vrouwtje’, die we ‘tante Sidonia’ noemen, laten we het anker zakken in zand. Want we mogen niet met anker of ketting in zeegras (posidonia) liggen. Henk brengt Wouter & Paula en mij weer naar de wal en gaat zelf verder met het herstel van de fok. Wij lopen langs de zoutpannen en door het bos terug. Als Henk ons weer ophaalt staan er flinke golven, waardoor iedereen nat wordt vóór het instappen. Aan boord de natte kleren uit en zwemmen. Wouter en Paula komen eten. Na het eten kijken we op groot scherm 2 Youtube filmpjes van ‘Mothership adrift’. Het eerste gaat over de baai ‘Los Genoveses’, waar we samen geankerd hebben. De Happycat met Wouter komt er ook in voor. De andere gaat over dat ze in Almerimar op de wal gestaan hebben en wat ze daar allemaal aan hun boot ‘Haddock’ hebben gedaan.

Als dinsdagmorgen 30 juni de fok klaar is en de schoot weer aan de ring gemaakt is hijsen we de fok. ’s Middags vertrekken we naar Sant Antoni. De wind is variabel, zodat we alle koersen mee maken: voor de wind, ruime wind, aan de wind. Zelfs kruisen we een paar slagen. Geen geweldige kruishoek, maar dat is ons bekend. Het laatste stuk hebben we tegenwind en motoren we. Het ankeren in de baai bij Sant Antoni valt niet mee. We hebben er eerder gelegen en toen was het in 1 keer goed. Nu halen we na 1 poging het anker op en blijkt er een betonnen kubus om de punt van het anker te zitten. De 2e keer zit er een bos gras om. Hoewel we steeds proberen het anker in een ‘white spot’, dat is zand, te laten zakken. Pas de 7e keer zit het anker vast. We controleren dat elke keer door achteruit te varen. Eerst langzaam, steeds wat gas bijgeven. Totdat we vol in de achteruit nog steeds blijven liggen. Dan weten we zeker dat het anker houdt, ook bij harde wind.